Wanneer de uitlaateindpijp geblokkeerd is of geen voldoende ventilatie mogelijk is, kunnen giftige uitlaatgassen, in het bijzonder koolmonoxide, in de auto binnendringen. Dat is bijvoorbeeld in gesloten ruimtes het geval, of als de auto in de sneeuw vastzit.
Brandbaar materiaal, bijvoorbeeld bladeren, gras of takken, kunnen ontsteken.
Het verwarmingsaggregaat van de extra verwarming is aan het voorste deel van de bodemplaat gemonteerd. De uitstroomopening voor de uitlaatgassen bevindt zich aan de linkerzijde van het voertuig onder de chauffeursdeur.
Door ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de warmtewisselaar van de extra luchtverwarming kunnen uitlaatgassen in het interieur binnendringen.
Bij het transport van gevaarlijke stoffen de geldende veiligheidsvoorschriften in acht nemen. Voorwerpen op voldoende afstand van de uitstroomopening van de extra verwarming plaatsen.
De bijverwarmer kan te heet worden en daardoor uitschakelen als de stroom warme lucht wordt geblokkeerd.
Het gebruik van de standverwarming-ventilatie belast de accu.
Het voertuig kan met een extra warmwaterverwarming of met een extra luchtverwarming zijn uitgerust.
Het instellen en bedienen van de extra warmwaterverwarming geschiedt via de tuimelschakelaar van de bedieningseenheid van het temperatuurregelsysteem en via het multimediasysteem of via de afstandsbediening.
Het instellen en bedienen van de extra luchtverwarming geschiedt via de schakelklok in de onderste middenconsole of via de afstandsbediening