De functie "Restwarmte" is alleen beschikbaar bij voertuigen met automatische airconditioning THERMOTRONIC.
Als de motor is afgezet, kan met de restwarmte van de motor het interieur voorin nog circa 30 minuten worden verwarmd of geventileerd. De verwarmings‑ of ventilatieduur hangt af van de ingestelde interieurtemperatuur.
Wanneer de restwarmtebenutting ingeschakeld is, gaat het controlelampje boven de tuimelschakelaar branden.
Onafhankelijk van de ingestelde luchthoeveelheid draait de aanjager met een lage snelheid.
Als de functie "Restwarmte" bij hoge buitentemperaturen wordt ingeschakeld, wordt alleen de standventilatie ingeschakeld. De aanjager draait dan in de middenpositie.
Het controlelampje boven de tuimelschakelaar dooft.
na 30 minuten
als de laadtoestand van de startaccu te laag is
als het contact wordt ingeschakeld
als de extra warmwaterverwarming wordt ingeschakeld