De deuren zijn gesloten.
De achterklep is gesloten.
De wegsleepbeveiliging wordt automatisch na circa 50 seconden geactiveerd.
De wegsleepbeveiliging is uitgeschakeld.
Na het loslaten van de toets gaat het controlelampje in de toets circa drie seconden branden.
De wegsleepbeveiliging is uitgeschakeld.
De wegsleepbeveiliging blijft zo lang uitgeschakeld, tot u het voertuig opnieuw vergrendelt.
Het voertuig wordt getransporteerd, bijvoorbeeld op een veerboot of een autotransporter
Het voertuig wordt op een beweeglijke ondergrond geparkeerd, bijvoorbeeld in garages met een dubbele etage
Hierdoor wordt vals alarm voorkomen.