Zitplaats achterin in- en uitbouwen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen en letsel bij niet-vergrendelde achterbank
Als de achterbank niet vergrendeld is, kan deze tijdens het rijden loskomen.
Altijd ervoor zorgen dat de achterbank zoals beschreven vergrendeld is.
De stoelgeleiderails en verankeringen in de voertuigbodem vrij van vuil en voorwerpen houden, om een veilige vergrendeling van de achterbank te waarborgen.
Als de controlenok van de stoelverankering niet in de steunvoet geschoven is, is de stoel niet correct vergrendeld. In dat geval het vergrendelen van de stoel herhalen.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar bij een 180 ° gedraaide laatste rij zitplaatsen
De inzittenden op de zitplaatsen achterin kunnen door niet-vastgezette bagage in gevaar komen.
Er bestaat een verhoogd gevaar voor letsel of zelfs levensgevaar!
Indien bagage wordt vervoerd de zitplaatsen achterin van de laatste rij zitplaatsen nooit 180 ° gedraaid inbouwen.
De voorwerpen en bagage altijd volgens de voorschriften in het voertuig opbergen en vastzetten.
WAARSCHUWING Inklemgevaar bij instelling van de stoelen
Wanneer een stoel wordt versteld, kunt u of een van de inzittenden ingeklemd raken.
Bij het verstellen van een stoel mogen zich geen lichaamsdelen in het bewegingsgebied van de stoel bevinden; dit controleren.
Verwijderen
Alle sleden voor de instelling in lengterichting moeten aan beide zijden vergrendeld zijn.
De zitplaats achterin mag niet meer verschoven kunnen worden.
De stoel naar voren klappen
meer.
De afdekking
van de vloerdoos aftrekken.
De blinde dop uit de houder op de stoel verwijderen.
De elektrische stekkerverbinding
in de contactdoos
opzij drukken en verwijderen.
De blinde dop in de contactdoos
steken en de vloerdoos met de afdekking
afsluiten.
De elektrische stekkerverbinding
aan de houder
en aan de stoel bevestigen.
De stoel tegen de handgreep
houden en de beide ontgrendelingshendels
omhoogklappen.
De ingeklapte stoel naar voren bewegen en naar boven eruit tillen.
Aanbrengen
De stoel aan de handgreep
vastpakken.
De stoel schuin van voren van bovenaf in de voorste stoelverankeringen
aanbrengen en laten vergrendelen.
De afdekking
van de vloerdoos lostrekken en de blinde dop in de contactdoos
verwijderen.
De elektrische stekkerverbinding
voor de stoelventilatie en stoelverwarming uit de houder
verwijderen en in de contactdoos
steken.
De blinde dop op de houder
aan de stoel aanbrengen.
De vloerdoos met de afdekking
afsluiten.
De stoel terug in de tafel- of zitpositie klappen
meeren in de basisstand verschuiven
meer.