Portieren openen en daardoor andere personen of verkeersdeelnemers in gevaar brengen.
Uitstappen en door het verkeer worden gegrepen.
Uitrustingen van de auto bedienen en bijvoorbeeld bekneld raken.
De parkeerrem vrij te zetten.
De transmissiestand te wijzigen.
De auto starten.
Als de parkeerrem snel na elkaar veelvuldig wordt ingeschakeld en vrijgezet, is het vrijzetten van de parkeerrem op een gegeven moment niet meer mogelijk. Als bescherming tegen beschadiging is het vrijzetten van de parkeerrem in dat geval kortstondig geblokkeerd – speelbeveiliging. Na circa 20 seconden is de parkeerrem weer gereed voor gebruik.
Als de sleutel in het contactslot in de stand wordt gedraaid, kan de parkeerrem alleen binnen de daaropvolgende vijf minuten worden ingeschakeld.
Als de elektrische parkeerrem ingeschakeld is, gaat het rode controlelampje in het multifunctioneel display branden. Pas wanneer het rode controlelampje continu brandt, is de elektrische parkeerrem ook daadwerkelijk gesloten.
Als de sleutel in het contactslot vanuit de stand in de stand wordt gedraaid, kan de parkeerrem eenmalig worden vrijgezet.
Het rode controlelampje op het multifunctioneel display dooft.