AdBlue® is een vloeibare ureum-oplossing voor de uitlaatgasnabehandeling bij dieselmotoren. Voor een correcte werking van de uitlaatgasnabehandeling alleen AdBlue® volgens ISO 22241 gebruiken.
niet-giftig
kleur- en reukloos
niet-brandbaar
Als de AdBlue®-tank wordt geopend, kan een kleine hoeveelheid ammoniakdamp vrijkomen. De AdBlue®-tank alleen bijvullen in goed geventileerde ruimtes.
Voorkomen dat AdBlue® met de huid, ogen of kleding in contact komt. Kinderen uit de buurt van AdBlue® houden.
AdBlue® niet inslikken. Als AdBlue® is ingeslikt, de mond direct grondig met schoon water uitspoelen. Daarna veel water drinken. Onmiddellijk de hulp van een arts inroepen.
De aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfsstof AdBlue® in acht nemen meer.
AdBlue® kunt u bij een gekwalificeerde werkplaats, bijvoorbeeld bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats, laten bijvullen.
AdBlue® is bij een groot aantal tankstations via AdBlue® tankzuilen beschikbaar.
Als alternatief is AdBlue® bij gekwalificeerde werkplaatsen, bijvoorbeeld een Mercedes-Benz-servicewerkplaats en bij talrijke tankstations als AdBlue® bijvulcontainer of AdBlue® navulflacon verkrijgbaar.
AdBlue® bevriest bij een temperatuur van circa -11 °C. Het voertuig is af fabriek uitgerust met een AdBlue®-voorverwarmingssysteem. Rijden in de winter is zodoende ook bij temperaturen onder -11 °C gewaarborgd. Wanneer u AdBlue® bijvult bij een temperatuur onder -11 °C, kan het AdBlue® niveau in het combi-instrument niet correct worden weergegeven. Bij bevroren AdBlue® ten minste 20 minuten rijden en vervolgens het voertuig ten minste 30 seconden parkeren, opdat het niveau correct wordt weergegeven. Bij extreme winterse omstandigheden kan, onder bepaalde omstandigheden, de periode tot herkend wordt hoeveel moet worden bijgevuld, langer zijn. Het voertuig in een verwarmde garage parkeren om deze procedure te verkorten.
Bij navulverpakkingen erop letten dat een druppelvrije verbindingsmogelijkheid met de vulopening van het voertuig aanwezig is.