Het controlelampje PASSENGER AIR BAG ON functioneert niet. Bij het inschakelen van het contact brandt het kort en dooft dan weer. Alleen het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF toont de status van de bijrijdersairbag. Het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF kan continu branden of gedoofd zijn.
Voertuigen zonder automatische uitschakeling van de bijrijdersairbag hebben aan bijrijderszijde een speciale sticker op de cockpit meer.
Bij ingeschakeld contact brandt het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF tijdens de zelfdiagnose gedurende circa zes seconden.
PASSENGER AIR BAG OFF is gedoofd: De bijrijdersairbag kan tijdens een ongeval worden geactiveerd.
PASSENGER AIR BAG OFF brandt continu: De bijrijdersairbag is uitgeschakeld. Hij wordt bij een ongeval niet geactiveerd.
Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF en het waarschuwingslampje veiligheidssysteem tegelijkertijd branden, mag niemand de bijrijdersstoel gebruiken. In dit geval ook geen kinderzitjesbevestigingssysteem op de bijrijdersstoel monteren. De automatische uitschakeling van de bijrijdersairbag direct bij een gekwalificeerde werkplaats laten controleren en repareren.
Bij een bezette bijrijdersstoel voor en ook tijdens het rijden en afhankelijk van de situatie de correcte status van de bijrijdersairbag controleren.
Na de montage van een naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op de bijrijdersstoel: PASSENGER airbag OFF moet continu branden.
Als een kind in een naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel wordt beveiligd en het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF is gedoofd, kan de passagiersairbag bij een ongeval worden geactiveerd.
Het kind kan door de airbag worden getroffen.
De passagiersairbag moet uitgeschakeld zijn; dit controleren. Het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF moet branden.
NOOIT een naar achteren gericht kinderbeveiligingssysteem op een stoel met INGESCHAKELDE FRONTAIRBAG gebruiken, want dat kan voor het kind DODELIJKE of ERNSTIGE VERWONDINGEN tot gevolg hebben.
Bij de montage van een kinderzitjesbevestigingssysteem op de bijrijdersstoel de voertuigspecifieke aanwijzingen in acht nemen meer.
Afhankelijk van het kinderzitjesbevestigingssysteem en het postuur van het kind kan het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF gedoofd zijn. In dit geval mag het naar achteren gerichte kinderzitjesbevestigingssysteem niet op de bijrijdersstoel worden gemonteerd.
In plaats daarvan het naar achteren gerichte kinderzitjesbevestigingssysteem op een geschikte zitplaats achterin aanbrengen.
Na montage van een naar voren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op de bijrijdersstoel: PASSENGER AIR BAG OFF kan continu branden of gedoofd zijn, afhankelijk van het kinderzitjesbevestigingssysteem en het postuur van het kind. Altijd de volgende aanwijzingen in acht nemen.
Bijvoorbeeld met delen van het interieur in aanraking komen, als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF brandt.
Door de airbag worden geraakt, als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF gedoofd is.
Bij de montage van een kinderzitjesbevestigingssysteem op de bijrijdersstoel de voertuigspecifieke aanwijzingen in acht nemen meer.
Er zit een persoon op de bijrijdersstoel: PASSENGER AIR BAG OFF kan continu branden of gedoofd zijn, afhankelijk van het postuur van de persoon.
Wanneer de bijrijdersstoel bezet is door een volwassene of een persoon met overeenkomstig postuur, moet het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF gedoofd zijn. Hiermee wordt aangegeven dat de bijrijdersairbag ingeschakeld is.
Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF continu brandt, mag een volwassene of een persoon met overeenkomstig postuur de bijrijdersstoel niet gebruiken.
In plaats daarvan een zitplaats achterin gebruiken.
Wanneer de bijrijdersstoel bezet is door een persoon met een klein postuur (bijvoorbeeld een tiener of een kleine volwassene), brandt het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF afhankelijk van het classificatieresultaat continu of is het gedoofd.
PASSENGER AIR BAG OFF is gedoofd: De bijrijdersstoel zo ver mogelijk naar achteren zetten of voor de persoon met klein postuur een zitplaats achterin gebruiken.
PASSENGER AIR BAG OFF brandt continu: De persoon met klein postuur mag de bijrijdersstoel niet gebruiken.
Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF na de zelftest nog steeds brandt, is de passagiersairbag uitgeschakeld.
De classificatie van de persoon op de passagiersstoel moet correct zijn en de passagiersairbag moet overeenkomstig de persoon op de passagiersstoel in- of uitgeschakeld zijn.
De persoon moet correct zitten en de veiligheidsgordel correct hebben omgegespt.