Als het contact wordt ingeschakeld, voeren verschillende systemen een zelfdiagnose uit. Enkele waarschuwings- en controlelampjes kunnen daarbij tijdelijk branden of knipperen. Dit gedrag is niet kritisch. Pas als deze waarschuwings- en controlelampjes na het starten van de motor of tijdens het rijden gaan branden of knipperen, geven ze een storing aan.
Waarschuwings- en controlelampjes in het combi-instrument