AdBlue® bijvullen
AANWIJZING Motorschade door AdBlue® in de brandstof
AdBlue® mag niet in de brandstoftank worden gevuld.
AdBlue® alleen in de AdBlue®-tank vullen.
Vermijden dat de AdBlue®-tank te ver wordt gevuld.
AANWIJZING Verontreiniging van het interieur door vrijkomende AdBlue®
De AdBlue® navulverpakking na het vullen goed afsluiten.
AdBlue® navulverpakkingen niet langdurig in de auto vervoeren.
Voorwaarden
Voertuigen met goedkeuring als personenvoertuig: De volgende na elkaar optredende meldingen op het multifunctioneel display verzoeken u om de AdBlue®-tank bij te vullen:
AdBlue bijvullen zie handleiding
De AdBlue® voorraad is tot de reservehoeveelheid verbruikt.
AdBlue bijvullen Noodloop over XXX km
U kunt met het voertuig alleen nog de weergegeven afstand afleggen. Zo snel mogelijk AdBlue® bijvullen.
AdBlue bijvullen Noodloop: 20 km/h Geen start na XXX km
De rijsnelheid is tot 20 km/h beperkt. U kunt met het voertuig alleen nog de weergegeven afstand afleggen. Daarna kan de motor niet meer worden gestart.
AdBlue bijvullen Starten niet mogelijk
Het voertuig kan niet meer worden gestart.
Voertuigen met goedkeuring als bedrijfswagen: De volgende na elkaar optredende meldingen op het multifunctioneel display verzoeken u om de AdBlue®-tank bij te vullen:
AdBlue bijvullen zie handleiding
De AdBlue® voorraad is tot de reservehoeveelheid verbruikt.
AdBlue bijvullen Vermogen gereduceerd
AdBlue bijvullen Na opnieuw starten noodloop: max. 20 km/h
Het voertuig kan na het opnieuw starten van de motor nog slechts maximaal 20 km/h rijden.
AdBlue bijvullen Noodloop: max. 20 km/h
Het voertuig kan nog slechts maximaal 20 km/h rijden.
Bijvulhoeveelheden: Met oproep op het display | min. 8 l |
Zonder oproep op het display | min. 2 l |
Het AdBlue® niveau kan ook weergegeven worden meer.
AdBlue® tankdop openen bij niet-afsluitbare tankdop
De AdBlue®-tankdop
linksom draaien en verwijderen.
AdBlue® tankdop openen bij afsluitbare tankdop
Het gereedschap
voor het ontgrendelen van de AdBlue®-tankdop
uit het boordgereedschap nemen.
De afdekking
op de AdBlue®-tankdop
omhoogtrekken, 90° draaien en loslaten.
Het gereedschap
in de boringen
van de AdBlue®-tankdop
steken.
De AdBlue®-tankdop
linksom draaien en verwijderen.
AdBlue® bijvulcontainer voorbereiden
De dop van de AdBlue®-bijvulcontainer
losdraaien.
De eenwegslang
met de hand op de opening van de AdBlue® bijvulcontainer
vastdraaien.
AdBlue® bijvullen
De eenwegslang
met de hand op de vulpijp van het voertuig vastdraaien (variant 1) of erin steken (variant 2).
De AdBlue®-bijvulcontainer
omhoogbrengen en kantelen.
Als de AdBlue®-tank volledig gevuld is, stopt het vullen.
De AdBlue®-bijvulcontainer kan gedeeltelijk geleegd worden verwijderd.
De eenwegslang
en de AdBlue® bijvulcontainer
in omgekeerde volgorde losdraaien en afsluiten.
De ontsteking gedurende ten minste 60 seconden inschakelen.
Een AdBlue® navulverpakking niet continu in het voertuig meenemen.
AdBlue® navulflacon
De AdBlue® navulflacon slechts handvast op de vulopening in de motorruimte schroeven. Anders kan deze worden beschadigd.
De AdBlue®-navulflacons zijn verkrijgbaar bij een groot aantal tankstations of bij een gekwalificeerde werkplaats. Navulflacons zonder schroefsluiting bieden geen bescherming tegen overvullen. De mogelijkheid bestaat dat AdBlue® door overvulling naar buiten lekt. Mercedes-Benz biedt speciale navulflacons met schroefsluiting aan. Deze zijn verkrijgbaar bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.
De afdekkap van de AdBlue®-navulflacon
losdraaien.
De AdBlue®-navulflacon
zoals afgebeeld op de vulopening
aanbrengen en rechtsom met de hand vastdraaien.
De AdBlue®-navulflacon
in de richting van de vulopening
drukken.
De AdBlue®-tank wordt gevuld. Dit kan tot 1 minuut duren.
Wanneer de AdBlue®-navulflacon niet meer omlaaggedrukt wordt, stopt het vullen. De fles kan deels geleegd worden verwijderd.
De AdBlue®-navulflacon
loslaten.
De AdBlue®-navulflacon
linksom draaien en verwijderen.
De afdekkap van AdBlue®-navulflacon
weer aanbrengen.
Tanken met vulpistool van een AdBlue®-pompzuil
Het vulpistool in de vulpijp van het voertuig aanbrengen en AdBlue® bijvullen. De AdBlue®-tank daarbij niet overvullen. Er kan ook gebruik worden gemaakt van een AdBlue®-pompzuil voor vrachtwagens.
AdBlue® tankdop sluiten bij niet-afsluitbare tankdop
Na het vullen van de AdBlue®-tank de AdBlue®-tankdop
op de vulpijp aanbrengen en rechtsom vastdraaien.
De AdBlue®-tankdop zo ver draaien, dat het opschrift hierop leesbaar is en horizontaal staat.
Alleen zo is de vulpijp correct afgesloten.
AdBlue® tankdop sluiten bij afsluitbare tankdop
Na het vullen van de AdBlue®-tank de AdBlue®-tankdop
op de vulpijp aanbrengen en rechtsom vastdraaien.
Het gereedschap
uit de AdBlue®-tankdop
trekken en opbergen in het boordgereedschap.
De afdekking
op de AdBlue®-tankdop
omhoogtrekken, over de boringen
van de AdBlue®-tankdop
draaien en loslaten.
De AdBlue®-tankdop
draaien.
Wanneer de AdBlue®-tankdop vrij kan worden gedraaid, is de AdBlue®-tank afgesloten.