Het systeem controleert met behulp van een bandenspanningssensor de bandenspanning en de bandentemperatuur van de op het voertuig gemonteerde banden.
Nieuwe bandenspanningssensoren, bijvoorbeeld bij winterbanden, worden bij de eerste rit automatisch ingeleerd.
Combi's met 3,0 t en 3,5 t GVW: Bij het overschakelen van 245/65 R17XL banden naar een van de andere goedgekeurde bandenmaten en omgekeerd moet het toegestane spanningsgebied van de bandenspanningscontrole opnieuw worden gecodeerd. Hiervoor contact opnemen met een gekwalificeerde Mercedes-Benz-werkplaats.
De bandenspanning en de bandentemperatuur worden op het multifunctioneel display weergegeven meer.
De chauffeur is ervoor verantwoordelijk, de bandenspanning in te stellen op de geadviseerde, voor de bedrijfsomstandigheden geschikte bandenspanning voor koude banden. De bandenspanning met een bandenspanningsmeter instellen wanneer de banden koud zijn. In acht nemen dat de bandenspanningscontrole de voor de actuele bedrijfsomstandigheden correcte bandenspanning eerst moet inleren.
In de meeste gevallen herkent de bandenspanningscontrole de referentiewaarde automatisch nadat de bandenspanning is gewijzigd. U kunt de referentiewaarden echter ook door het handmatig opnieuw starten van de bandenspanningscontrole actualiseren meer.
Wanneer de bandenspanning verkeerd is ingesteld.
Wanneer er een plotseling drukverlies optreedt, bijvoorbeeld veroorzaakt door een binnengedrongen voorwerp.
Wanneer er een storing door een andere radiobron optreedt.
Wanneer er banden met andere bandenmaten zijn gemonteerd.
Aanwijzingen met betrekking tot de bandenspanning meer