De overbrenging LOW RANGE maakt zeer langzaam rijden in de betreffende versnellingen mogelijk. Bij ingeschakelde LOW RANGE worden het gebruik van het vermogen van de motor en het schakelen van de automatische transmissie aangepast. In vergelijking met de wegversnelling wordt de overbrengingsverhouding van de motor naar de wielen met circa 40% verlaagd. Het aandrijfkoppel is daardoor overeenkomstig hoger.
Schakelvoorwaarden
De vierwielaandrijving is ingeschakeld meer.
De motor draait.
Het voertuig staat stil.
U drukt het rempedaal in.
Voertuigen met handgeschakelde versnellingsbak: De handgeschakelde versnellingsbak staat in de neutraalstand.
Voertuigen met automatische transmissie: De keuzehendel staat in de stand of .