Als het ESP® is uitgeschakeld, wordt de auto niet door het ESP® gestabiliseerd. Bovendien zijn verdere rijveiligheidssystemen uitgeschakeld.
Als het ESP® wordt uitgeschakeld, zorgt het ESP® niet meer voor stabilisatie van de auto.
Het voertuig niet op een rollentestbank gebruiken (bijvoorbeeld voor een controle van het vermogen). Als u het voertuig op een rollentestbank wilt laten testen, eerst informatie inwinnen bij een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer bij voertuigen met vierwielaandrijving de vierwielaandrijving wordt in- of uitgeschakeld, wordt het ESP® tijdens de schakelmanoeuvre uitgeschakeld.
Als het ESP® een functiestoring vertoont, brandt het waarschuwingslampje bij draaiende motor en kan het motorvermogen beperkt zijn meer.
Alleen wielen met de aanbevolen bandenmaten monteren. Alleen dan kan het ESP® naar behoren functioneren.