Verlichtingsschakelaar bedienen
Linker parkeerlicht in- of uitschakelen. 
Rechter parkeerlicht in- of uitschakelen. 
Standlicht, kentekenplaat- en dashboardverlichting in- of uitschakelen. 
Automatisch rijlicht/dagrijlicht (aanbevolen stand van de verlichtingsschakelaar) in- of uitschakelen. 
Dimlicht/grootlicht in- of uitschakelen. 
Mistlicht in- of uitschakelen. 
Mistachterlicht in- of uitschakelen. 
Elektrische parkeerrem bedienen of vrijzettenmeerWanneer bij het verlaten van het voertuig een waarschuwingssignaal klinkt, is mogelijk de verlichting ingeschakeld.
Als u het parkeerlicht inschakelt, brandt aan de geselecteerde zijde van het voertuig het standlicht gereduceerd.
De knipperlichten, het grootlicht en het lichtsignaal worden bediend met de combischakelaar meer.
AANWIJZING Accu-ontlading door standlicht
Als het standlicht gedurende meerdere uren ingeschakeld blijft, wordt de accu belast.
Indien mogelijk het rechter of het linker parkeerlicht inschakelen.
of het linker parkeerlicht inschakelen. Bij een zware accu-ontlading wordt het stand- of het parkeerlicht om de volgende motorstart mogelijk te maken automatisch uitgeschakeld.