Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • Sprinter
  • Bestelwagen
  • 06/2020
app store google play
X

Printen
Functies van het ESP® (elektronisch stabiliteitsprogramma)
WAARSCHUWING Slipgevaar door een storing in het ESP®

Als het ESP® is uitgeschakeld, wordt de auto niet door het ESP® gestabiliseerd. Bovendien zijn verdere rijveiligheidssystemen uitgeschakeld.

Voorzichtig verder rijden.
Het ESP® bij een gekwalificeerde werkplaats laten controleren.
WAARSCHUWING Slipgevaar door uitgeschakeld ESP®

Als het ESP® wordt uitgeschakeld, zorgt het ESP® niet meer voor stabilisatie van de auto.

Het ESP® alleen uitschakelen, zolang de hieronder beschreven situaties zich voordoen.

Als de ondergrond dit vereist, het ESP® bij het wegrijden kortstondig uitschakelen meer.

Het voertuig niet op een rollentestbank testen (bijvoorbeeld voor een controle van het vermogen). Als u het voertuig op een rollentestbank wilt laten testen, eerst informatie inwinnen bij een gekwalificeerde werkplaats.

Wanneer bij voertuigen met vierwielaandrijving de vierwielaandrijving wordt in- of uitgeschakeld, wordt het ESP® tijdens de schakelmanoeuvre uitgeschakeld.

Als het ESP® een storing vertoont of uitgeschakeld is, brandt het waarschuwingslampje bij draaiende motor en kan het motorvermogen gereduceerd zijn meer.

Alleen wielen met de aanbevolen bandenmaten monteren. Alleen dan kan het ESP® naar behoren functioneren.

Het ESP® kan, binnen de natuurkundige grenzen, de rijstabiliteit en de tractie in de volgende situaties bewaken en verbeteren:
  • Bij het wegrijden op een natte of gladde rijbaan

  • Bij het remmen

  • Bij sterke zijwind, als sneller dan 80 km/h wordt gereden

Wanneer het voertuig afwijkt van de door de chauffeur gewenste koers, kan het ESP® het voertuig door de volgende ingrepen stabiliseren:
  • Een of meerdere wielen worden doelgericht afgeremd.

  • Het vermogen van het aandrijfsysteem wordt afhankelijk van de situatie aangepast.

Wanneer het ESP® is uitgeschakeld, brandt het waarschuwingslampje in het instrumentendisplay continu:
  • De rijstabilisering vindt vertraagd plaats.

  • De zijwindassistent blijft actief.

  • De aangedreven wielen kunnen doordraaien.

  • De tractieregeling ASR is niet meer actief.

Ook als het ESP® is uitgeschakeld, wordt u bij het remmen nog steeds ondersteund door het ESP®.

Als het waarschuwingslampje in het instrumentendisplay knippert, hebben een of meerdere wielen hun slipgrens bereikt:
  • De rijstijl aan de actuele verkeers- en weersomstandigheden aanpassen.

  • Het ESP® in geen geval uitschakelen.