Portieren openen en daardoor andere personen of verkeersdeelnemers in gevaar brengen.
Uitstappen en door het verkeer worden gegrepen.
Uitrustingen van de auto bedienen en bijvoorbeeld bekneld raken.
De parkeerrem vrij te zetten.
De transmissiestand te wijzigen.
De auto starten.
Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaatgassen, bijvoorbeeld koolmonoxide, uit. Het inademen van deze uitlaatgassen is schadelijk voor de gezondheid en leidt tot vergiftiging.
Brandbare materialen kunnen ontsteken.
Als het voertuig nog steeds niet start en op het multifunctioneel display de displaymelding Sleutel in aangegeven bergplaats leggen Zie handleiding verschijnt, kan het voertuig in het noodprogramma worden gestart.
Het voertuig wordt na korte tijd gestart.
Als u de sleutel uit de aansluitplaats neemt, blijft de motor draaien.
Met de start-stoptoets kan ook de spanningsvoorziening of het contact worden ingeschakeld.