Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • Sprinter
  • Bestelwagen
  • 06/2021
app store google play
X

Printen
DSR in- en uitschakelen
DSR inschakelen

De DSR kan worden ingeschakeld als het voertuig stilstaat of tijdens het rijden.

De schakelaar aan de bovenzijde indrukken.
Het voertuig op de gewenste snelheid tussen 4 km/h en 18 km/h afremmen of versnellen.
Het rem- of gaspedaal loslaten.

De actuele snelheid is opgeslagen. Bij stilstand wordt 4 km/h of de minimaal mogelijke snelheid in de betreffende versnelling opgeslagen. De DSR houdt op de afdaling de opgeslagen snelheid vast en remt automatisch.

Bij het wegrijden, accelereren of remmen op hellingen met ingeschakelde DSR wordt na het loslaten van het gas- of rempedaal of na het bedienen van de tuimelschakelaar in het stuurwiel tijdens een DSR-regeling de actuele snelheid opgeslagen. Dit is alleen het geval zolang niet sneller dan 18 km/h wordt gereden.

DSR-statusindicatie in de boordcomputer
  • De DSR is geactiveerd:

    • DSR en de ingestelde snelheid verschijnen in het statusgedeelte van de boordcomputer.

  • De DSR is geactiveerd, maar regelt niet:

    • U rijdt met een snelheid tussen 18 km/h en 45 km/h.

    • DSR en de snelheid 18 km/h verschijnen in het statusgedeelte van de boordcomputer.

      De DSR bevindt zich in de stand-bymodus.

  • De DSR is niet actief:

    • Er wordt sneller dan 45 km/h gereden.

    • DSR verschijnt in het statusgedeelte van de boordcomputer. Bovendien verschijnt de melding DSRUit.

    • DSR - - - verschijnt in het statusgedeelte van de boordcomputer.

Snelheid tijdens bergafwaarts rijden instellen

U kunt de snelheid tussen 4 km/h en afhankelijk van de versnelling tot maximaal 18 km/h met het rem- en gaspedaal of met de tuimelschakelaar in het stuurwiel instellen.

Tijdens de afdaling het voertuig afremmen of versnellen tot de gewenste snelheid.
Het rem- of gaspedaal loslaten.

De actuele snelheid is opgeslagen.

of
De tuimelschakelaar tijdens een DSR-regeling omhoog- of omlaagdrukken.

De laatst opgeslagen snelheid wordt stapsgewijs verhoogd of verlaagd.

De tuimelschakelaar loslaten.

De actuele snelheid is opgeslagen.

of
De tuimelschakelaar zo lang omhoog- of omlaagdrukken, tot de gewenste snelheid is bereikt.
De tuimelschakelaar loslaten.

De actuele snelheid is opgeslagen.

Het kan een ogenblik duren tot het voertuig tot de ingestelde snelheid afremt. Deze vertraging in acht nemen bij het instellen van de snelheid met de tuimelschakelaar .

DSR uitschakelen
De schakelaar aan de bovenzijde indrukken.
of
Versnellen en sneller dan 45 km/h rijden.
In de volgende situaties wordt de DSR automatisch uitgeschakeld:
  • Als sneller dan 45 km/h wordt gereden.

  • Het ESP® of het ABS vertoont een storing.