Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • Sprinter
  • Bestelwagen
  • 12/2021
app store google play
X

Printen
Voertuigniveau omhoogbrengen en omlaagbrengen
Met de afstandsbediening
Bepaalde speciale uitvoeringen hebben afwijkende bedieningsmogelijkheden:
  • Ambulance: Het omhoogbrengen van het voertuigniveau tot boven het rijniveau (middelste positie) is niet mogelijk. Alleen de laagste positie en het rijniveau kunnen worden ingesteld.

  • Snelheidssignaal: De parkeerrem hoeft niet aangetrokken te zijn om de ENR te kunnen bedienen. De ENR kan tot 10 km/h handmatig worden bediend. Bij overschrijding daarvan wordt automatisch het rijniveau ingesteld.

  • Uitschakelvertragingsmodule 30 minuten: De ENR kan tot 30 minuten na het uitschakelen van het voertuig worden bediend.

De afstandsbediening bevindt zich in een houder aan de B‑stijl, aan chauffeurszijde. De afstandsbediening voor het gebruik uit de houder nemen.

De ENR start automatisch als het voertuig ingeschakeld is. Bediening is pas mogelijk nadat de parkeerrem is aangetrokken.

De ENR controleert zichzelf regelmatig bij het inschakelen en tijdens het gebruik. Het controlelampje op de afstandsbediening gaat gedurende circa één seconde branden wanneer het voertuig wordt ingeschakeld.

Een storing is aanwezig bij het volgende gedrag van het controlelampje :
  • Het controlelampje gaat niet branden wanneer het voertuig wordt ingeschakeld.

    of

  • Het controlelampje gaat vervolgens opnieuw branden of knippert.

Bovendien klinkt gedurende circa 30 seconden een waarschuwingssignaal vanaf de afstandsbediening. De herkende storing kan met behulp van de controlelampjes (signalisering van storingscodes) worden weergegeven.

Het voertuig parkeren en het voertuig ingeschakeld laten.
De parkeerrem bedienen.
Voertuigniveau omhoog- of omlaagbrengen:
De toets of zo lang ingedrukt houden, tot het voertuigniveau de gewenste hoogte heeft bereikt.

Het controlelampje in de toets of knippert, zo lang het voertuigniveau wordt gewijzigd. Als het voertuigniveau is ingesteld, brandt het controlelampje in de toets of .

Automatisch omlaagbrengen:
De toets kort indrukken.
De ENR brengt het voertuig automatisch naar de volgende lagere stand omlaag:
  • Van de hoogste positie naar rijniveau

  • Van rijniveau naar de laagste positie

Het controlelampje in de toets knippert, zo lang het voertuigniveau wordt gewijzigd. Als het voertuigniveau is ingesteld, brandt het controlelampje in de toets .

Door tijdens de beweging de toets in te drukken, wordt de uitgangspositie hersteld.

Automatisch omhoogbrengen:
De toets kort indrukken.
De ENR brengt het voertuig automatisch naar de volgende hogere stand omhoog:
  • Van de laagste positie naar rijniveau

  • Van rijniveau naar de hoogste positie

Het controlelampje in de toets knippert, zo lang het voertuigniveau wordt gewijzigd. Als het voertuigniveau is ingesteld, brandt het controlelampje in de toets .

Door tijdens de beweging de toets in te drukken, wordt de uitgangspositie hersteld.

Automatisch naar rijniveau (middelste positie) omhoog- of omlaagbrengen:
De toets lang indrukken.

De ENR brengt het voertuig automatisch omhoog of omlaag naar rijniveau.

Ingestelde voertuigniveau opslaan:
Het gewenste voertuigniveau instellen.
De toets of zo lang ingedrukt houden, tot een waarschuwingssignaal klinkt.

Het ingestelde voertuigniveau is opgeslagen onder de overeenkomstige toets of .

Opgeslagen voertuigniveau oproepen:
De toets of kort indrukken.

De ENR brengt het voertuig automatisch omhoog of omlaag naar het opgeslagen voertuigniveau.

Het controlelampje in de toets of knippert, zo lang het voertuigniveau wordt gewijzigd. Als het voertuigniveau is ingesteld, brandt het controlelampje in de toets of .

De servicemodus mag alleen in een gekwalificeerde werkplaats door gekwalificeerd personeel worden in- of uitgeschakeld. In de servicemodus wordt het luchtveringssysteem uitgeschakeld voor onderhoud of storingsbepaling.

Servicemodus inschakelen:
De toets indrukken.

De servicemodus is actief en het controlelampje van de toets brandt permanent.

Servicemodus uitschakelen:
De toets indrukken.

De servicemodus is uitgeschakeld en het controlelampje van de toets dooft.

Automatische regeling inschakelen:
Sneller dan 10 km/h rijden of de parkeerrem lossen.

De ENR regelt het voertuigniveau automatisch.

Met de toets in het bedieningspaneel
Het voertuig parkeren en het voertuig ingeschakeld laten.
De parkeerrem bedienen.
Voertuigniveau omhoog- of omlaagbrengen:
De toets of zo lang ingedrukt houden, tot het voertuigniveau de gewenste hoogte heeft bereikt.
Automatisch omlaagbrengen:
De schakelaar aan de onderzijde kort indrukken.
De ENR brengt het voertuig automatisch naar de volgende lagere stand omlaag:
  • Van de hoogste positie naar rijniveau

  • Van rijniveau naar de laagste positie

Door tijdens de beweging de toets in te drukken, wordt de uitgangspositie hersteld.

Automatisch omhoogbrengen:
De schakelaar aan de onderzijde kort indrukken.
De ENR brengt het voertuig automatisch naar de volgende hogere stand omhoog:
  • Van de laagste positie naar rijniveau

  • Van rijniveau naar de hoogste positie

Door tijdens de beweging de toets in te drukken, wordt de uitgangspositie hersteld.

Automatische regeling inschakelen:
Sneller dan 10 km/h rijden of de parkeerrem lossen.

De ENR regelt het voertuigniveau automatisch.

Met de toets achterin
Het voertuig parkeren en het voertuig ingeschakeld laten.
De parkeerrem bedienen.
Voertuigniveau omhoog- of omlaagbrengen:
De toets of zo lang ingedrukt houden, tot het voertuigniveau de gewenste hoogte heeft bereikt.
Automatisch omlaagbrengen:
De schakelaar aan de onderzijde kort indrukken.
De ENR brengt het voertuig automatisch naar de volgende lagere stand omlaag:
  • Van de hoogste positie naar rijniveau

  • Van rijniveau naar de laagste positie

Door tijdens de beweging de toets in te drukken, wordt de uitgangspositie hersteld.

Automatisch omhoogbrengen:
De schakelaar aan de onderzijde kort indrukken.
De ENR brengt het voertuig automatisch naar de volgende hogere stand omhoog:
  • Van de laagste positie naar rijniveau

  • Van rijniveau naar de hoogste positie

Door tijdens de beweging de toets in te drukken, wordt de uitgangspositie hersteld.

Automatische regeling inschakelen:
Sneller dan 10 km/h rijden of de parkeerrem lossen.

De ENR regelt het voertuigniveau automatisch.