Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • Sprinter
  • Bestelwagen
  • 12/2021
app store google play
X

Printen
Functie van de 360°-camera

De 360°-camera is een systeem dat bestaat uit vier camera's. De camera's registreren de directe omgeving van het voertuig. Het systeem ondersteunt u bijvoorbeeld bij het parkeren of bij slecht overzichtelijke uitritten.

De 360°-camera is slechts een hulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de omgeving niet vervangen. De chauffeur blijft altijd verantwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en parkeren. Bij het manoeuvreren of parkeren mogen zich onder andere geen personen, dieren of voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden; dit controleren.

Het systeem verwerkt de beelden van de volgende camera's:
  • Achteruitrijcamera

  • Frontcamera

  • Twee zijcamera's in de buitenspiegels

Weergaven van de 360°-camera

Bij de optie zonder achtersensoren worden in het linker gedeelte van het beeld alleen de voorste segmenten weergeven, zie de voorbeeldafbeelding "Top View, zonder achtersensoren".

Er worden alleen waarschuwingen gegeven voor de voorzijde.

U kunt kiezen tussen verschillende weergaven:

Top View
Top View, met achtersensoren
Geel rijspoor van de banden bij actuele stuuruitslag (dynamisch)
Gele hulplijnen, breedte van het voertuig (vlak waarover wordt gereden) afhankelijk van de huidige stuuruitslag (dynamisch)
Markering op een afstand van circa 1,0 m (de achterdeuren kunnen nog geheel worden geopend.)
Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot het achtergedeelte
Rode hulplijnen op circa 0,2 m afstand tot het achtergedeelte, voertuig met buitenspiegels
Rode waarschuwingsmelding van de PARKTRONIC-parkeerassistent: Obstakels op een afstand van circa (0,4 m of minder)
Top View, zonder achtersensoren
Geel rijspoor van de banden bij actuele stuuruitslag (dynamisch)
Gele hulplijnen, breedte van het voertuig (vlak waarover wordt gereden) afhankelijk van de huidige stuuruitslag (dynamisch)
Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot het achtergedeelte
Rode hulplijnen op circa 0,2 m afstand tot het achtergedeelte, voertuig met buitenspiegels

Wanneer de PARKTRONIC-parkeerassistent gereed voor gebruik is en geen objecten worden herkend, worden de segmenten van de waarschuwingsmelding grijs afgebeeld.

Wanneer het volledige systeem uitvalt, worden de segmenten van de waarschuwingsmelding rood afgebeeld.

Wanneer het systeem aan de achterzijde uitvalt, verandert de weergave van de segmenten als volgt:
  • Bij het achteruitrijden worden de achterste segmenten rood weergegeven.

  • Bij het vooruitrijden worden de achterste segmenten uitgeschakeld.

Wanneer de PARKTRONIC-parkeerassistent uitgeschakeld is, wordt de waarschuwingsmelding ook uitgeschakeld.

Hulplijnen

De hulplijnen op het display van het multimediasysteem geven de afstanden ten opzichte van het eigen voertuig aan. De afstanden gelden alleen op rijbaanhoogte.

De hulplijnen in de aanhangwagenmodus worden ter hoogte van de aanhangwagenvoorziening afgebeeld.

Aanhangwagenweergave (indien aanhangwagenvoorziening gemonteerd)
Aanhangwagenweergave (indien aanhangwagenvoorziening gemonteerd), met achtersensoren
Gele hulplijn, richthulp
Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot de kogelkop van de aanhangwagenvoorziening
Kogelkop van de aanhangwagenvoorziening
Zij-aanzicht van de buitenspiegelcamera's

In deze weergave kunnen de zijkanten van het voertuig worden bekeken.

Zij-aanzicht, met achtersensoren
Traject van het voertuig bij actuele stuuruitslag
Gele waarschuwingsmelding van de PARKTRONIC-parkeerassistent: Obstakels op een afstand van circa (1,0 m of minder)
Eigen voertuig van bovenaf
Markering van de punten waar de wielen de grond raken
Hulplijnen van de buitenmaten van het voertuig met uitgeklapte buitenspiegels

Wanneer de afstand tot een obstakel afneemt, verandert de kleur van de waarschuwingsmelding .

Uitval van het systeem

Wanneer het systeem niet gebruiksklaar is, verschijnt in het multimediasysteem de volgende melding:

Systeemgrenzen
De 360°-camera werkt in onder andere de volgende situaties slechts beperkt of helemaal niet:
  • De voordeuren zijn geopend.

  • De buitenspiegels worden ingeklapt.

  • Het regent hard, het sneeuwt of het is mistig.

  • De lichtomstandigheden zijn slecht, bijvoorbeeld 's nachts.

  • De omgeving wordt met een fluorescerend licht verlicht, het display kan flikkeren.

  • Er ontstaat een snelle temperatuurwisseling, bijvoorbeeld wanneer in de winter vanuit de kou een verwarmde garage wordt ingereden.

  • De omgevingstemperatuur zeer hoog is.

  • De cameralens is afgedekt, vervuild of beslagen.

  • Camera's of onderdelen van het voertuig waarin de camera's zijn gemonteerd, zijn beschadigd. In dit geval de camera's, hun stand en afstelling laten controleren bij een gekwalificeerde werkplaats.

In deze situaties de 360°-camera niet gebruiken. Anders kunt u anderen bij het parkeren verwonden of in botsing komen met voorwerpen.

Bij voertuigen met in hoogte instelbaar onderstel of bij zwaar beladen voertuigen kunnen bij het verlaten van de standaardhoogte om technische redenen onnauwkeurigheden bij de hulplijnen en bij de weergave van de berekende beelden optreden.

Door op het voertuig gemonteerde aanbouwdelen (bijvoorbeeld een laadklep), kunnen het gezichtsveld en verdere functies van het camerasysteem worden beperkt.

Het contrast van het display kan door plotseling invallend zonlicht of andere lichtbronnen nadelig worden beïnvloed, bijvoorbeeld bij het uitrijden van een garage. In dit geval extra voorzichtig zijn.

Het display bij een aanzienlijke beperking van de bruikbaarheid, als gevolg van bijvoorbeeld pixelfouten, laten repareren of vervangen.

Wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan, verschijnt het beeld van de 360°-camera automatisch in het multimediasysteem:
  • Het voertuig is ingeschakeld.

  • De achterdeuren worden geopend.

Op deze wijze kan het gebied achter het voertuig worden bewaakt.

Wanneer de achterdeuren worden gesloten, wordt het beeld van de achteruitrijcamera na circa tien seconden uitgeschakeld.

De aanwijzingen voor het reinigen van de 360°-camera in acht nemen meer.