De aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfsstoffen in acht nemen meer.
Wanneer diesel met benzine wordt gemengd, is het vlampunt van het brandstofmengsel lager dan bij pure diesel.
Al een kleine hoeveelheid verkeerde brandstof kan tot schade aan het brandstofsysteem, de motor en het uitlaatgasreinigingssysteem leiden.
Benzine
Marinediesel
Stookolie
Pure vetzuurmethylester of plantaardige olie
Petroleum of kerosine
Wanneer abusievelijk de verkeerde brandstof is getankt:
Voor het voertuig gelden de volgende verdraagzaamheidskeurmerken voor brandstof:
Diesel met maximaal 10 of 20 vol.‑% tanken vetzuurmethylester (biodiesel) alleen tanken wanneer het betreffende compatibiliteitskenmerk in uw tankdopklep aanwezig is.
op het informatieplaatje in de tankdopklep van het voertuig meer
in heel Europa op de voor uw voertuig geschikte pompzuilen van het tankstation of het vulpistool
Als alternatief kunt u eveneens paraffinische diesel tanken (bijvoorbeeld HVO=gehydrogeneerde plantaardige olie of GTL=Gas-To-Liquid), die aan de Europese norm EN 15940 voldoet. Paraffinische diesel wordt met het verzamelbegrip XTL aangeduid.
Overeenkomstig de Europese norm EN 16942 gelden voor uw voor XTL geschikte voertuig de volgende compatibiliteitskenmerken voor brandstof:
Paraffinische diesel volgens EN 15940 alleen tanken wanneer het betreffende compatibiliteitskenmerk in uw tankdopklep aanwezig is.
Indien mogelijk aan het begin van de winter een volle tank winterdiesel tanken.
Voor de omschakeling naar winterdiesel moet de brandstoftank zo leeg mogelijk zijn. Bij de eerste keer tanken met winterdiesel het brandstofpeil zo laag mogelijk houden, bijvoorbeeld reserve. De volgende keer kan weer normaal worden getankt.
Bij een tankstation
Bij een gekwalificeerde werkplaats