Deuren openen en daardoor andere personen of verkeersdeelnemers in gevaar brengen.
Uitstappen en door het verkeer worden gegrepen.
Uitrustingen van het voertuig bedienen en bijvoorbeeld bekneld raken.
De parkeerrem vrij te zetten.
De transmissiestand te wijzigen.
Het voertuig te starten.
De sleutel bevindt zich in herkenningsgebied van de antenne meer en de batterij van de sleutel is niet ontladen.
![](../../assets/images/cdb1a2abc69eceb2ac190d2b10199b1d_1_-----.jpg)
![](../../assets/images/706121405723944d354ae3656178cc46_1_-----.png)
![](../../assets/images/bccebbd55723941e354ae3656178cc46_1_-----.png)
![](../../assets/images/423969810b52a683354ae36531593424_1_-----.png)
Het voertuig start. Als het voertuig rijklaar is, verschijnt op het multifunctioneel display de weergave .
![](../../assets/images/423969810b52a683354ae36531593424_1_-----.png)
Wanneer u na het starten van het voertuig de chauffeursstoel verlaat, toont het multifunctioneel display de displaymelding Voertuig is gereed Voor verlaten contact uitschakelen. Wanneer u niet binnen een minuut op de chauffeursstoel plaatsneemt, schakelt het voertuig het contact automatisch uit.