Als bij een laadstation een beschadigde kabel, adapter, verlengsnoer of iets dergelijks wordt gebruikt om de auto op het laadstation aan te sluiten, kan dit leiden tot brand of een stroomstoot.
Bij het laden altijd rekening houden met de lokale netwerkvereisten van de plaats waar u zich bevindt. Voor het wisselstroomladen aan een laadstation zonder voorgemonteerde kabel alleen goedgekeurde laadkabels gebruiken die voldoen aan deze netwerkvereisten. Bij vragen over de netwerkvereisten contact opnemen met een elektrotechnicus of de lokale netbeheerder.
De meeste laadstations moeten voor het opladen worden ontgrendeld, bijvoorbeeld met een RFID-kaart. Hiertoe de aanwijzingen van de aanbieder van het lokale laadstation in acht nemen.