Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • EQA
  • SUV
  • 03/2022
app store google play
X

Printen
Functie van de in- en uitstaphulp
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij wegrijden tijdens het instellen van de in‑ en uitstaphulp

U kunt de controle over de auto verliezen.

Alvorens weg te rijden altijd afwachten, tot het instellen beëindigd is.
WAARSCHUWING Inklemgevaar bij instellen van de in‑ en uitstaphulp

Daardoor kunnen u en andere inzittenden bekneld raken.

Ervoor zorgen dat zich geen lichaamsdelen in het bewegingsgebied van de stoel bevinden.

Bij gevaar voor inklemming door de bestuurdersstoel:

De schakelaar van de stoelinstelling indrukken.

De instelling wordt onderbroken.

Het instellen kan wordt gestopt door het indrukken van een geheugenplaatstoets van de geheugenfunctie.

WAARSCHUWING Inklemgevaar bij activering van de in‑ en uitstaphulp door kinderen

Wanneer kinderen de in‑ en uitstaphulp activeren, kunnen zij bekneld raken, in het bijzonder wanneer ze zonder toezicht zijn.

Kinderen nooit zonder toezicht in de auto laten.
Bij het verlaten van de auto altijd de sleutel meenemen en de auto vergrendelen.
Wanneer de in- en uitstaphulp actief is, beweegt de bestuurdersstoel in de volgende gevallen naar achteren en wordt de rugleuning steiler gezet:
  • Het contact wordt uitgeschakeld wanneer het bestuurdersportier geopend is.

  • Bij uitgeschakeld contact wordt het bestuurdersportier geopend.

De bestuurdersstoel schuift alleen naar achteren, wanneer deze niet al in de achterste stand staat.

De rugleuning gaat alleen naar voren wanneer deze niet al in de voorste stand staat.

De bestuurdersstoel neemt in onderstaande situaties naar de laatste rijstand weer in:
  • U schakelt het contact in terwijl het bestuurdersportier gesloten is.

  • U sluit het bestuurdersportier terwijl het contact is ingeschakeld.

De laatste rijstand wordt in de volgende gevallen opgeslagen:
  • U schakelt het contact uit.

  • U roept de stoelinstellingen op met de geheugenfunctie.

  • De stoelverstelling wordt met de geheugenfunctie opgeslagen.