De front- en achtercamera kunnen afzonderlijk worden in- en uitgeschakeld. Deze instellingen gelden alleen voor de actuele auto.
Voor schakelt de frontcamera in of uit.
Achter schakelt de achtercamera in of uit.
Wanneer beide camera's zijn geactiveerd, wordt de volledige functionaliteit van de assistent voorin en achterin gebruikt.
De functies kunnen voor de inzittenden voorin en achterin afzonderlijk worden in- en uitgeschakeld. De instellingen worden voor elke inzittende opgeslagen in het gebruikersprofiel en zijn modeloverkoepelend beschikbaar voor de betreffende zitplaats.