Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • EQS
  • Limousine
  • 12/2021
app store google play
X

Printen
Werking van de dodehoek- en actieve dodehoekassistent met uitstapwaarschuwing

De dodehoekassistent en de actieve dodehoekassistent bewaken met radarsensoren het gebied tot 40 m achter en 3 m naast de auto.

Het systeem kan vanaf een rijsnelheid van circa 12 km/h voertuigen herkennen die in dit controlegebied rijden en een waarschuwing geven.

Statusindicatie op het bestuurdersdisplay
  • Grijs: Het systeem is ingeschakeld maar niet operationeel.
  • Groen: Het systeem is ingeschakeld en operationeel.
Weergave op bestuurdersdisplay in het menu Assistentie

Wanneer vanaf een snelheid van circa 12 km/h een voertuig wordt herkend dat direct daarna in het controlegebied naast de auto rijdt, gaat het waarschuwingslampje in de betreffende buitenspiegel rood branden. In het menu Assistentie brandt eveneens het lampje in de buitenspiegel rood en wordt de rijstrook waarop het voertuig is herkend, gearceerd weergegeven.

Wanneer een voertuig in het controlegebied wordt herkend en u de richtingaanwijzer in de betreffende richting inschakelt, klinkt eenmaal een dubbel waarschuwingssignaal en knippert het waarschuwingslampje in de betreffende buitenspiegel rood. In de assistentieweergave verschijnen rode radargolven naast uw auto.

Wanneer de richtingaanwijzer ingeschakeld blijft, knippert de weergave in de buitenspiegel bij alle volgende herkende voertuigen, maar klinkt er geen waarschuwingssignaal. Wanneer u een voertuig snel inhaalt, vindt er geen waarschuwing plaats.

De aanwijzingen met betrekking tot de rijsystemen en uw verantwoording in acht nemen, anders kunt u gevaren niet herkennen meer.

WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen ondanks de dodehoekassistent

De dodehoekassistent reageert niet op voertuigen die met een groot snelheidsverschil naderen en u inhalen.

De dodehoekassistent kan in deze situatie niet waarschuwen.

De verkeerssituatie altijd goed in de gaten houden en voldoende zijdelingse afstand aanhouden.
Uitstapwaarschuwing

De uitstapwaarschuwing is een extra functie van de dodehoekassistent en van de actieve dodehoekassistent en kan de inzittenden bij het verlaten van de auto waarschuwen voor naderende voertuigen.

WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen ondanks uitstapwaarschuwing

De uitstapwaarschuwing reageert niet op stilstaande objecten en ook niet op personen of andere verkeersdeelnemers die met een groot snelheidsverschil dichterbij komen.

De uitstapwaarschuwing kan in deze situaties niet waarschuwen.

Bij het openen van de portieren altijd de verkeerssituatie in de gaten houden en erop letten dat voldoende vrije ruimte aanwezig is.

Wanneer een voertuig het controlegebied binnenrijdt, gaat het waarschuwingslampje in de betreffende buitenspiegel rood branden.

Wanneer een inzittende aan de portiergreep aan de zijde met het dreigende gevaar trekt, wordt een dubbel waarschuwingssignaal gegeven en gaan de sfeerverlichting in het betreffende portier en het waarschuwingslampje in de betreffende buitenspiegel rood knipperen.

Auto's met sfeerverlichting: U kunt de Waarschuwingsondersteuning van de sfeerverlichting in- en uitschakelen meer.

De weergave van de waarschuwingsondersteuning kan afhankelijk van de uitvoeringsvariant en de instelling variëren.

De uitstapwaarschuwing is alleen beschikbaar wanneer de dodehoekassistent is ingeschakeld en in de eerste drie minuten na het uitschakelen van de auto. Het einde van de beschikbaarheid van de uitstapwaarschuwing wordt aangeduid door het drie maal knipperen van het waarschuwingslampje in de buitenspiegel.

De uitstapwaarschuwing is slechts een hulpmiddel en ontslaat de inzittenden er niet van zelf goed te blijven opletten. De inzittenden blijven altijd verantwoordelijk voor het zonder gevaar openen van de portieren en het veilig verlaten van de auto.

Systeemgrenzen
De dodehoek- en actieve dodehoekassistent kunnen in het bijzonder in de volgende situaties beperkt beschikbaar zijn:
  • Bij vervuilde of afgedekte sensoren

  • Bij slecht zicht, bijvoorbeeld door mist, hevige regen of sneeuw

  • Bij smalle voertuigen, bijvoorbeeld fietsen of motorfietsen

  • Bij zeer brede of smalle rijstroken

  • Bij sterk zijdelings versprongen rijdende voertuigen

Bij vangrails en dergelijke obstakels kunnen ongegronde waarschuwingen worden gegeven. Altijd voldoende zijdelingse afstand tot andere verkeersdeelnemers en obstakels aanhouden.

Wanneer lang naast lange voertuigen wordt gereden, bijvoorbeeld een vrachtwagen, kan de waarschuwing worden onderbroken.

Bij ingeschakelde achteruitversnelling zijn de dodehoekassistent en de actieve dodehoekassistent niet bedrijfsklaar.

Wanneer een transportmiddel, bijvoorbeeld een aanhangwagen of fietsdrager, aan de aanhangwagenvoorziening bevestigd is en de elektrische verbinding correct is aangesloten, zijn de dodehoekassistent en de actieve dodehoekassistent niet actief.

Daarnaast kan de werking van de uitstapwaarschuwing in de volgende situaties beperkt zijn:
  • Bij sensorafschaduwing door naburige voertuigen in krappe parkeerplekken

  • Bij het naderen van mensen

  • Bij stilstaande of langzaam bewegende objecten