Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • GLE
  • Coupé
  • 03/2021
app store google play
X

Printen
Gelijkstroom-opladen beëindigen (mode 4)
GEVAAR Levensgevaar bij het opladen met een beschadigde contactdoos

Het opladen gebeurt met een hoge spanning.

Wanneer de laadkabel, de voertuigstekkerdoos of de netcontactdoos beschadigd is, kunt u een stroomstoot krijgen.

Alleen een onbeschadigde laadkabel gebruiken.
Mechanische beschadigingen, bijvoorbeeld door platdrukken, knikken en er overheen rijden, vermijden.
Een beschadigde voertuigstekkerdoos direct bij een gekwalificeerde werkplaats laten vervangen.
De laadkabel nooit in een beschadigde voertuigstekkerdoos steken.
AANWIJZING Schade aan de auto door te hoge spanningen in het stroomnet

De auto is uitgerust met een elektrische zekering tegen te hoge spanningen in het stroomnet. Deze elektrische zekering kan bijvoorbeeld bij zwaar onweer worden geactiveerd en kan tot activering van de zekering van het pand en een laadonderbreking leiden. Deze functies dienen ter bescherming van de auto.

Na het weer inschakelen van de zekering van het pand wordt het opladen automatisch voortgezet.

Bij een laadonderbreking zonder dat de zekering van het pand wordt geactiveerd, kan het tot tien minuten duren alvorens het opladen automatisch wordt voortgezet.

AANWIJZING Schade door oververhitting van laadkabel en laadkabelstekker

De laadkabel en de laadkabelstekker kunnen tijdens het opladen binnen de toegestane grenswaarden warm worden.

De toegestane grenswaarden worden door de volgende factoren beïnvloed:
  • De stroomvoorziening van het stroomnet en de laadkabel zijn intact.

  • De aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van de laadkabel en het bedieningselement op de laadkabel zijn in acht genomen.

Wanneer de laadkabel of de laadkabelstekker te warm wordt, de stroomvoorziening van het stroomnet laten controleren.
AANWIJZING Beschadiging of vervuiling van de voertuigstekkerdoos bij geopende contactdoosklep
Als er geen laadkabel is aangesloten, het contactdoosdeksel en de contactdoosklep altijd gesloten houden. Deze beschermen de voertuigstekkerdoos tegen vervuiling en beschadiging.
Vóór het sluiten van de contactdoosklep controleren, of het contactdoosdeksel correct gesloten is. Anders kunnen beschadigingen optreden en kan de contactdoosklep niet meer worden geopend.
Voorwaarden
  • De afstand van de sleutel tot de auto is niet meer dan 1 m.

Afhankelijk van de exportuitvoering is de auto uitgerust met een van de volgende voertuigstekkerdozen.

Voertuigstekkerdoos type Combo 1
De laadannuleringsknop indrukken.

Het opladen wordt beëindigd. Het controlelampje brandt wit. De voertuigstekkerdoos is ontgrendeld.

De toets op de laadkabelstekker ingedrukt houden en de laadkabelstekker uit de voertuigstekkerdoos trekken.

Wanneer u de laadkabelstekker niet kunt lostrekken, de auto ontgrendelen en de ontgrendelingsprocedure herhalen. Wanneer de laadkabelstekker nog steeds geblokkeerd is, contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

Het contactdoosdeksel en de contactdoosklep sluiten.
Eventueel de laadkabelstekker uit de netcontactdoos of uit de contactdoos van de wallbox of het laadstation trekken en de laadkabel van de auto veilig in de auto opbergen.
Voertuigstekkerdoos type Combo 2
De laadannuleringsknop indrukken.

Het opladen wordt beëindigd. Het controlelampje brandt wit. De voertuigstekkerdoos is ontgrendeld.

Wanneer u de laadkabelstekker niet kunt lostrekken, de auto ontgrendelen en de ontgrendelingsprocedure herhalen. Wanneer de laadkabelstekker nog steeds geblokkeerd is, contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

Het contactdoosdeksel en de contactdoosklep sluiten.
Eventueel de laadkabelstekker uit de netcontactdoos of uit de contactdoos van de wallbox of het laadstation trekken en de eigen laadkabel van de auto veilig in de auto opbergen.

Het linker controlelampje op de voertuigstekkerdoos brandt na het losmaken van de laadkabelstekker nog enige tijd en dooft dan.