Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaatgassen, bijvoorbeeld koolmonoxide, uit. Als de achterklep is geopend als de motor draait, in het bijzonder tijdens het rijden, kunnen uitlaatgassen in het interieur binnendringen.
Wanneer voorwerpen, bagage of lading niet of onvoldoende vastgezet is, kan het verschuiven, kantelen of rondslingeren en daardoor inzittenden raken.
Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of plotselinge richtingswijzigingen!
Als voorwerpen op ongeschikte wijze in het interieur worden opgeborgen, kunnen ze verschuiven of rondvliegen en daardoor inzittenden raken. Bovendien kunnen bekerhouders, geopende opbergvakken en houders voor mobiele telefoons bij een ongeval de daarin aanwezige voorwerpen niet altijd tegenhouden.
Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of abrupte veranderingen van richting!
Voorwerpen in de beenruimte van de bestuurder en de passagier kunnen de pedaalslag beperken of een ingedrukt pedaal blokkeren.
Hierdoor wordt de bedrijfs‑ en verkeersveiligheid van de auto in gevaar gebracht.
Auto's met automatische uitschakeling van de passagiersairbag: Ingeklemde voorwerpen onder de passagiersstoel kunnen de automatische uitschakeling van de passagiersairbag verstoren of het systeem beschadigen. Daarom de aanwijzingen met betrekking tot de automatische uitschakeling van de passagiersairbag in acht nemen meer.
Uitlaateindpijpen en uitlaatsierstukken kunnen zeer heet zijn. Als deze onderdelen van de auto worden aangeraakt, kunt u zich branden.
Met de lading en personen niet het toegestaan totaalgewicht en de toegestane asbelastingen van de auto overschrijden.
De gegevens op het voertuigtypeplaatje raadplegen meer.
Niet tot boven de bovenzijde van de rugleuningen beladen.
Bij het transport van voorwerpen in de bagageruimte altijd het scheidingsnet gebruiken.
Indien mogelijk de bagage altijd achter de niet-bezette stoelen plaatsen.
De lading aan de sjorogen beveiligen en deze gelijkmatig belasten.
De belading en de dakbelasting gelijkmatig verdelen en zware voorwerpen zo laag mogelijk leggen. Hiertoe ook de aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen meer.
Behoedzaam rijden; abrupt wegrijden, remmen en sturen alsmede snel rijden door bochten vermijden.
Bij het vervoeren van lading op het dak en bij een volledig beladen of bezette auto een van de rijprogramma's of selecteren. Deze zijn ontwikkeld met het oog op extra stabiliteit meer.