Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • A-Klasse
  • Compacte limousine
  • 03/2020
app store google play
X

Printen
Actieve afstandsassistent DISTRONIC bedienen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door beperkte herkenning van de actieve afstandsassistent DISTRONIC
De actieve afstandsassistent DISTRONIC reageert niet of beperkt:
  • bij het schuin achter elkaar rijden of wisselen van rijstrook

  • op voetgangers, dieren, tweewielers of stilstaande voertuigen of onverwachte obstakels

  • op complexe verkeerssituaties

  • op tegenliggers en kruisend verkeer

De actieve afstandsassistent DISTRONIC kan in deze situaties niet waarschuwen of ondersteunend ingrijpen.

De verkeerssituatie altijd goed in de gaten houden en overeenkomstig reageren.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door accelereren of remmen van de actieve afstandsassistent DISTRONIC
De actieve afstandsassistent DISTRONIC kan in bijvoorbeeld de volgende gevallen accelereren of remmen:
  • Wanneer de actieve afstandsassistent DISTRONIC het wegrijden regelt.

  • Wanneer de opgeslagen snelheid wordt opgeroepen terwijl deze duidelijk hoger of lager is dan de actueel gereden snelheid.

  • Wanneer de actieve afstandsassistent DISTRONIC een voorligger niet meer herkent of reageert op niet relevante objecten.

De verkeerssituatie altijd goed in de gaten houden en klaar zijn om te remmen.
Rekening houden met de verkeerssituatie voordat de opgeslagen snelheid wordt opgeroepen.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij onvoldoende vertraging van de actieve afstandsassistent DISTRONIC

De actieve afstandsassistent DISTRONIC remt uw auto met tot 50% van de mogelijke vertraging af. Wanneer deze vertraging niet voldoende is, waarschuwt de actieve afstandsassistent DISTRONIC u optisch en akoestisch.

De snelheid aanpassen en voldoende afstand houden.
Zelf remmen en/of uitwijken.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door aanpassing van de snelheid door de actieve snelheidslimietassistent

De snelheid die door de actieve snelheidslimietassistent wordt overgenomen kan in sommige gevallen te hoog of onjuist zijn:

  • bij snelheidsbegrenzingen tot onder 20 km/h

  • Bij regen of mist

  • bij het rijden met een aanhangwagen

Erop letten dat de rijsnelheid altijd overeenkomt met de verkeersregels.
De gereden snelheid aanpassen aan de actuele verkeers- en weersomstandigheden.
Voorwaarden
  • De elektrische parkeerrem is vrijgezet.

  • Het ESP® is ingeschakeld en regelt niet.

  • De transmissie staat in de stand .

  • Het bestuurdersportier is gesloten.

  • De controle van het radarsensorsysteem succesvol afgesloten.

  • Er wordt niet in- of uitgeparkeerd met de PARKTRONIC-parkeerassistent.

Actieve afstandsassistent DISTRONIC bedienen:
De tuimelschakelaars van de stuurwielbedieningseenheid omhoog of omlaag in de gewenste stand drukken.

Omschakelen tussen limiter en actieve afstandsassistent DISTRONIC

De toets indrukken.

Actieve afstandsassistent DISTRONIC of variabele limiter activeren

Zonder opgeslagen snelheid activeren:
De tuimelschakelaar omhoog- of omlaagdrukken of met de linker tuimelschakelaar selecteren.
of
Met opgeslagen snelheid activeren:
Met de linker tuimelschakelaar selecteren.
Actieve afstandsassistent DISTRONIC:
De voet van het gaspedaal nemen.

De actueel gereden snelheid wordt opgeslagen en door de auto aangehouden (actieve afstandsassistent DISTRONIC) of begrensd (variabele limiter).

Herkende snelheidsbegrenzing overnemen

De actieve afstandsassistent DISTRONIC activeren.
Wanneer een verkeersteken werd herkend en in het combi-instrument wordt weergegeven: Met de linker tuimelschakelaar selecteren.

De toegestane maximumsnelheid van het verkeersteken wordt als opgeslagen snelheid overgenomen. De auto past de snelheid aan die van de voorligger aan, tot maximaal de opgeslagen snelheid.

Met behulp van de actieve afstandsassistent DISTRONIC wegrijden

De actieve afstandsassistent DISTRONIC activeren en de voet van het rempedaal nemen.
Met de linker tuimelschakelaar selecteren.
of
Het gaspedaal kort en duidelijk indrukken.

De functies van de actieve afstandsassistent DISTRONIC worden verder uitgevoerd.

Actieve afstandsassistent DISTRONIC deactiveren

WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door ingeschakelde actieve afstandsassistent DISTRONIC bij het verlaten van de bestuurdersstoel

Als de auto alleen door de actieve afstandsassistent DISTRONIC wordt afgeremd en de bestuurder de bestuurdersstoel verlaat, kan de auto wegrollen.

De actieve afstandsassistent DISTRONIC altijd uitschakelen en de auto tegen wegrollen beveiligen, voordat de bestuurdersstoel wordt verlaten.
Met de linker tuimelschakelaar selecteren.

Wanneer u remt, het ESP® uitschakelt of wanneer het ESP® regelt, wordt de actieve afstandsassistent DISTRONIC gedeactiveerd.

Opgeslagen snelheid verhogen/verlagen

1 km/h: De tuimelschakelaar tot het drukpunt omhoog- of omlaagdrukken of indrukken en ingedrukt houden (stappen van 1 km/h).
of
10 km/h: De tuimelschakelaar tot voorbij het drukpunt omhoog- of omlaagdrukken en vasthouden (stappen van 10 km/h).
of
De auto tot de gewenste snelheid accelereren en de tuimelschakelaar omhoogdrukken .

Voorgeschreven afstand tot de voorligger wijzigen

Voorgeschreven afstand verkleinen:
De tuimelschakelaar omhoogdrukken ().
Voorgeschreven afstand vergroten:
De tuimelschakelaar omlaagdrukken ().