Het automatisch zoeken naar tankstations is ingeschakeld meer.
De routebegeleiding is in werking. Het niveau in de brandstoftank heeft de brandstofreserve bereikt.
De melding Brandstofreserve. Wilt u starten met het zoeken naar een benzinestation? wordt weergegeven.
Het automatisch zoeken naar een tankstation start. De beschikbare tankstations worden langs de route en in de omgeving van de actuele positie van de auto weergegeven.
Het adres van het tankstation wordt weergegeven.
Het geselecteerde tankstation wordt ingesteld als bestemming. De routebegeleiding begint.
Nieuwe routebegeleiding starten: Het geselecteerde tankstation wordt ingesteld als nieuwe bestemming. De vorige bestemmingen en tussenbestemmingen worden gewist. De routebegeleiding begint naar het tankstation.
Als volgende tussenbestemming instellen: Het geselecteerde tankstation wordt ingesteld als volgende tussenbestemming. De routebegeleiding begint.
Het geselecteerde tankstation wordt in het tussenbestemmingenmenu op positie 1 opgeslagen. Tussenbestemming 4 wordt gewist. De routebegeleiding begint.
Als de auto met de sleutel wordt ont- of vergrendeld, wordt automatisch ook de tankdopklep ont- of vergrendeld.
De plaats van de tankdopklep wordt in het combi-instrument weergegeven. De pijl op de pompzuil geeft de zijde van de auto aan:
Brandstoffen zijn licht ontvlambaar.
Brandstoffen zijn giftig en schadelijk voor de gezondheid.
Als u of anderen met brandstof in aanraking zijn geweest, de volgende punten in acht nemen:
Elektrostatische oplading kan tot vonkvorming leiden en brandstofdampen ontsteken.
Op deze manier wordt een eventueel aanwezige elektrostatische oplading afgebouwd.
Anders kunt u zich weer elektrostatisch opladen.
Auto's met benzinemotor:
Kleine hoeveelheden van de verkeerde brandstof kunnen al leiden tot schade aan het brandstofsysteem, de motor en het uitlaatgasreinigingssysteem.
Brandstof met deze specificatie kan maximaal 10 % ethanol bevatten. Uw auto is geschikt voor E10‑.
Dieselbrandstof
Normale benzine met een lager octaangetal dan 91 RON
Benzine met meer dan 10 vol. % Ethanol, bijvoorbeeld E15, E20, E85, E100
Benzine met meer dan 3 vol. % Methanol, bijvoorbeeld M15, M30
Benzine met metaalhoudende additieven
Wanneer abusievelijk de verkeerde brandstof is getankt:
Het contact niet inschakelen. Anders kan de brandstof bij de motor komen.
Kleine hoeveelheden van de verkeerde brandstof kunnen al leiden tot schade aan het brandstofsysteem en de motor. De reparatiekosten zijn hoog.
De auto is ontgrendeld.
Tijdens het tanken niet weer in de auto stappen. Anders kunt u zich weer elektrostatisch opladen.
De aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfsstoffen in acht nemen meer.
De schrijfwijze van de weergegeven hoofdmenu's kan afwijken. Daarom het menu-overzicht voor het instrumentendisplay raadplegen meer.
Dagteller
Tripcomputer "na vertrek" en "na terugzetten"
ECO-aanduiding
Wanneer u langer links op de Touch-Control drukt, wordt de functie direct teruggezet.
Bepaalde onderdelen in de motorruimte kunnen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, de radiateur en onderdelen van het uitlaatsysteem.
Wanneer bij een oververhitte motor of bij brand in de motorruimte de motorkap wordt geopend, kunt u in contact komen met hete gassen of andere ontsnappende bedrijfsstoffen.
Ruitensproeiervloeistofconcentraat is licht ontvlambaar. Wanneer het op hete onderdelen in de motorruimte of onderdelen van het uitlaatsysteem terechtkomt, kan het ontsteken.
Wanneer de ruitenwissers in beweging komen bij het vervangen van de ruitenwisserbladen, kunt u door de ruitenwisserarm bekneld raken
De ruitenwisserarmen gaan naar de vervangingsstand.
Het ruitenwisserblad vergrendelt met een klik in de demontagepositie.
Het ruitenwisserblad vergrendelt met een hoorbare klik en kan weer vrij bewegen.
De ruitenwisserarmen gaan terug naar de uitgangspositie.
Nadat de auto is gewassen, hebben de remmen een verminderde remwerking.
Om het binnendringen van water in de auto te vermijden bij voorkeur wasstraten met een regelbare hogedrukreiniger (specificatie voor cabrioprogramma's) gebruiken.
Beslist geen afsluitende behandeling met hete wax laten uitvoeren.
De sleutel verwijderen, om er zeker van te zijn dat de windgeleider op de voorruit inschuift.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC en de HOLD-functie zijn uitgeschakeld.
De 360°-camera of de achteruitrijcamera is uitgeschakeld.
De zijruiten en de cabriokap moeten volledig gesloten zijn.
De aanjager van de ventilatie en de verwarming is uitgeschakeld.
De schakelaar van de ruitenwissers staat in de stand .
Bij een wasstraat waarin de auto gesleept wordt: De neutraalstand is ingeschakeld.
De sleutel bevindt zich op een minimumafstand van 3 m van de auto, anders kan het kofferdeksel onbedoeld opengaan.
Wanneer u de auto tijdens het wassen wilt verlaten, erop letten dat de sleutel zich in de auto bevindt. Anders wordt de rijstand automatisch ingeschakeld.
Door na het auto wassen de wax van de voorruit en de ruitenwisserrubbers te verwijderen, wordt streepvorming voorkomen en worden wisgeluiden gereduceerd.