Voor ISOFIX‑kinderzitjesbevestigingssystemen waarbij het kind met de geïntegreerde veiligheidsgordel van het kinderzitjesbevestigingssysteem is beveiligd, bedraagt het toegestaan totaalgewicht van kind en kinderzitjesbevestigingssysteem 33 kg.
Wanneer het kind en het kinderzitjesbevestigingssysteem samen meer dan 33 kg wegen, biedt het ISOFIX‑kinderzitjesbevestigingssysteem met geïntegreerde veiligheidsgordel geen voldoende beschermende werking meer. De ISOFIX-kinderzitjesverankeringen kunnen overbelast raken en het kind kan bijvoorbeeld bij een ongeval niet meer worden tegengehouden.
in de montage- en gebruikshandleiding van de fabrikant van het gebruikte kinderzitjesbevestigingssysteem
op een label aan het kinderzitjesbevestigingssysteem, indien aanwezig
Regelmatig controleren dat het toegestaan totaalgewicht van kind en kinderzitjesbevestigingssysteem wordt aangehouden.
- Altijd het toepassingsgebied en de geschiktheid van zitplaatsen voor bevestiging van een kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen. ISOFIX-kinderzitjesverankering meer
- Altijd de montage- en gebruikshandleiding van de fabrikant van het gebruikte kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen.
- Ervoor zorgen dat de voeten van het kind de voorstoel niet kunnen raken. Indien nodig de voorstoel iets naar voren instellen.
- Bij gebruik van een babyschaal van de groepen 0/0+ en een naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem van groep I op een zitplaats achterin: De voorstoel zo instellen, dat deze het kinderzitjesbevestigingssysteem niet raakt.
- Bij gebruik van een naar voren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem van de groep I: De leuning van het kinderzitjesbevestigingssysteem moet zo volledig mogelijk tegen de rugleuning van de zitplaats aan liggen.
- Bij bepaalde kinderzitjesbevestigingssystemen van de gewichtsgroepen II of III kan het gebeuren dat het kinderzitjesbevestigingssysteem niet op de maximumgrootte kan worden ingesteld, bijvoorbeeld door mogelijk contact met het dak.
- Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag niet onder spanning en/of getordeerd tussen het dak en het zitvlak worden ingebouwd. Indien mogelijk de zittinghoek overeenkomstig instellen.
- Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag niet door de hoofdsteun worden belast. De hoofdsteunen overeenkomstig instellen.
Voor iedere rit controleren dat het ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem correct in beide ISOFIX-bevestigingsbeugels vergrendeld is.
De afdekking blijft omhooggeklapt.