Wanneer tijdens het rijden de bestuurdersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwiel of de spiegels worden ingesteld.
Wanneer tijdens het rijden de veiligheidsgordel wordt omgegespt.
Wanneer kinderen het stuurwiel instellen, kunnen ze bekneld raken.
Het stuurwiel kan worden ingesteld als de spanningsvoorziening is uitgeschakeld.