Als de actieve dodehoekassistent in het controlegebied een zijdelings botsingsgevaar herkent, wordt een corrigerende remingreep uitgevoerd. Deze moet door u worden ondersteund, om een botsing te voorkomen.
De corrigerende remingreep is beschikbaar in het snelheidsbereik tussen circa 30 km/h en circa 200 km/h.
De corrigerende remingreep kan een aanrijding niet altijd voorkomen.
Als u voertuigen inhaalt met geringe zijdelingse afstand en deze zich in het dodehoekgebied bevinden.
Als voertuigen met een groot snelheidsverschil naderen en u inhalen.
Daardoor kan de actieve dodehoekassistent in deze situaties niet waarschuwen of ingrijpen.
De actieve dodehoekassistent is slechts een hulpmiddel. Deze herkent mogelijk niet alle voertuigen en ontslaat u er niet van zelf goed te blijven opletten. Altijd voldoende zijdelingse afstand tot andere verkeersdeelnemers en obstakels aanhouden.
Als een corrigerende remingreep plaatsvindt, knippert het rode waarschuwingslampje in de buitenspiegel en klinkt er een dubbel waarschuwingssignaal. Bovendien verschijnt er op het multifunctioneel display een melding die u attendeert op het zijdelingse aanrijdingsgevaar.
In sporadische gevallen kan het systeem een onjuiste remingreep uitvoeren. Deze remingreep kunt u afbreken met licht tegensturen of gas geven.
Aan beide zijden van de auto bevinden zich voertuigen of obstakels, bijvoorbeeld vangrails.
Een voertuig nadert u met geringe zijdelingse afstand.
U rijdt sportief, met hoge bochtsnelheden.
U remt nadrukkelijk of geeft nadrukkelijk gas.
Een rijveiligheidssysteem grijpt in, bijvoorbeeld het ESP® of het Active Brake Assist System.
Het ESP® is uitgeschakeld.
Een bandenspanningsverlies of een beschadigde band is herkend.