Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • B-Klasse
  • Sports Tourer
  • 09/2019
app store google play
X

Printen
Aanwijzingen met betrekking tot het noodwiel
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door verkeerde wiel- en bandenmaten

De wiel‑ en bandenmaten en het bandentype van het nood‑ of reservewiel en het te verwisselen wiel kunnen verschillend zijn. Als het nood‑ of reservewiel wordt gemonteerd, kunnen de rij-eigenschappen sterk worden beïnvloed.

Om risico's te vermijden, de volgende punten in acht nemen:

De rijstijl aanpassen en voorzichtig rijden.
Nooit meer dan een noodwiel of reservewiel monteren dat afwijkt van het te verwisselen wiel.
Een noodwiel of reservewiel dat afwijkt van het te verwisselen wiel, slechts kortstondig gebruiken.
Het ESP® niet uitschakelen.
Een noodwiel of reservewiel met verschillende afmetingen bij de eerstvolgende gekwalificeerde werkplaats laten vervangen. Beslist op de correcte wiel‑ en bandenmaten en het bandentype letten.
De volgende aanwijzingen met betrekking tot de demontage van een noodwiel in acht nemen:
  • Voordat het noodwiel wordt opgeborgen, controleren dat zich geen lucht meer in de band bevindt.

    Eventueel de lucht laten ontsnappen.

  • Lucht uit de band laten ontsnappen: Het ventieldopje van de band verwijderen.

  • Het metalen inzetstuk in het ventiel met een spits voorwerp, bijvoorbeeld een pen, indrukken.

  • Het ventieldopje op het ventiel schroeven.

  • Het leeggelopen noodwiel in het noodwielfoedraal in de bagageruimte opbergen meer.

Auto's met verstelbare bagageruimtebodem: Het drukloze noodwiel altijd in de onderste positie op de verstelbare bagageruimtebodem opbergen.

De volgende aanwijzingen met betrekking tot de montage van een noodwiel in acht nemen:
  • Het noodwiel monteren zonder dat het gevuld is meer.

  • Na de montage het noodwiel oppompen meer.

De toegestane maximumsnelheid met gemonteerd noodwiel is 80 km/h.

Geen sneeuwkettingen op het noodwiel aanbrengen.

Het noodwiel uiterlijk om de zes jaar laten vervangen, ongeacht de slijtage.

Auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem: Bij een gemonteerd noodwiel kan het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet betrouwbaar werken. Deze pas opnieuw starten nadat het noodwiel door een nieuw wiel is vervangen.

Auto's met bandenspanningscontrole: Bij een gemonteerd noodwiel kan de bandenspanningscontrole niet betrouwbaar werken. De bandenspanning van het verwijderde wiel kan nog enkele minuten worden aangegeven. Deze pas opnieuw starten nadat het noodwiel door een nieuw wiel is vervangen.

Ook de volgende aanvullende informatie in acht nemen:
  • Aanwijzingen met betrekking tot de bandenspanning meer

  • Bandenspanningstabel meer