Bij het rijden en wegrijden op een natte of gladde weg
Bij het remmen
Een of meerdere wielen worden doelgericht afgeremd.
Het motorvermogen wordt aangepast aan de situatie.
Alleen wielen met de aanbevolen bandenmaten monteren. Alleen dan kan het ESP® naar behoren functioneren.
![](../../assets/images/4e0fe6b857238644354ae3656178cc46_1_-----.png)
De rijstijl aan de actuele verkeers- en weersomstandigheden aanpassen.
Het ESP® in geen geval uitschakelen.
Het gaspedaal bij het wegrijden slechts zo ver indrukken als nodig is.
Als het waarschuwingslampje ESP permanent brandt, is het ESP® vanwege een storing niet beschikbaar.
De informatie over de waarschuwingslampjes en over de displaymeldingen in acht nemen meer.
Als het waarschuwingslampje continu brandt, is het ESP® uitgeschakeld.
De stabilisatie van het voertuig vindt vertraagd plaats en is het onderste snelheidsbereik sterk verminderd.
De aangedreven wielen kunnen doordraaien.
De tractieregeling blijft actief.
Ook als het ESP® is uitgeschakeld, wordt u bij het remmen nog steeds ondersteund door het ESP®.