Bepaalde onderdelen in de motorruimte kunnen zeer heet zijn, bijvoorbeeld het aandrijfsysteem en de radiateur.
Motorkap
Kabel van de noodontgrendeling
U kunt met hete gassen in contact komen.
U kunt met andere ontsnappende, hete bedrijfsstoffen in aanraking komen.
Componenten in de motorruimte kunnen ook wanneer het voertuig uitgeschakeld is blijven werken of plotseling in werking treden.
Voordat werkzaamheden in de motorruimte worden uitgevoerd het volgende in acht nemen:
Het opladen gebeurt met een hoge spanning.
Wanneer de laadkabel, de voertuigstekkerdoos of de netcontactdoos beschadigd is, kunt u een stroomstoot krijgen.
De laadkabelstekker kan niet worden losgetrokken.