Het voertuig is ingeschakeld.
Het display toont de actuele bandenspanning van de afzonderlijke wielen.
Wanneer het voertuig langer dan 20 minuten geparkeerd was, toont het display de melding Bandenspanningsindicatie verschijnt na enkele minuten rijden.
Ook beslist de aanwijzingen met betrekking tot de bandenspanning in acht nemen meer.
U kunt met hete gassen in aanraking komen.
U kunt met andere vrijkomende, hete bedrijfsstoffen in aanraking komen.
Componenten in de motorruimte kunnen ook bij uitgeschakeld contact blijven werken of plotseling in werking treden.
Voordat werkzaamheden in de motorruimte worden uitgevoerd het volgende in acht nemen:
Ruitensproeiervloeistofconcentraat is licht ontvlambaar.
Bepaalde onderdelen in de motorruimte kunnen zeer heet zijn, bijvoorbeeld het aandrijfsysteem en de radiateur.
Ongeschikte ruitreinigingsmiddelen kunnen het kunststof oppervlak van de exterieurverlichting beschadigen.
Wanneer de ruitenwissers in beweging komen bij het vervangen van de ruitenwisserbladen, kunt u door de ruitenwisserarm bekneld raken
Als de ruitenwisserarm op de voor- of achterruit wordt teruggeklapt terwijl nog geen ruitenwisserblad is aangebracht, kan de ruit beschadigd raken door de kracht van de botsing.
Wanneer bij het openen van de motorkap de ruitenwissers van de ruit weggeklapt zijn, kunnen de ruitenwissers of de motorkap beschadigd raken.
Wanneer de onderhoudsindicatie van zwart naar geel verkleurt, moeten de wisserbladen vervangen worden.
De duur van het verkleuren is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden.
Nadat de auto is gewassen, hebben de remmen een verminderde remwerking.
Active Brake Assist System
Actieve afstandsassistent DISTRONIC
HOLD-functie
Om schade aan het voertuig te vermijden, deze systemen in de volgende of vergelijkbare situaties uitschakelen:
Het Active Brake Assist System is uitgeschakeld.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC is uitgeschakeld.
De HOLD-functie is uitgeschakeld.
De zijruiten en het dak zijn volledig gesloten.
De buitenspiegels zijn ingeklapt en een eventuele extra antenne is verwijderd.
De aanjager van de klimaatregeling is uitgeschakeld.
De schakelaar van de ruitenwissers staat in de stand .
Wanneer het voertuig sterk vervuild is, moet deze worden voorgereinigd voordat deze in een wasstraat wordt gereinigd.
De buitenspiegels zijn weer volledig uitgeklapt en een eventuele extra antenne is weer gemonteerd.
Om streepvorming te voorkomen en wisgeluiden te verminderen verwijdert u eventuele wasresten van de voorruit en de ruitenwisserrubbers.
Bij voertuigen met achteruitrijcamera wasresten van de cameralens verwijderen meer.