De AIRMATIC is een luchtvering met niveauregeling rondom, die ook bij een beladen voertuig zorgt voor de best mogelijke vering en een gelijkblijvende bodemvrijheid. Om de rijveiligheid te vergroten en het energieverbruik te verlagen, wordt het voertuig bij snel rijden automatisch verlaagd. Bovendien is het mogelijk de voertuighoogte bij langzaam rijden te vergroten. De instellingen van de AIRMATIC zijn afhankelijk van het gekozen programma.
Luchtvering rondom
Snelheidsafhankelijke verlaging voor energiebesparing
Met het rijprogramma Lift ingestelde grote voertuighoogte voor een grotere bodemvrijheid bij langzaam rijden, bijvoorbeeld buiten de openbare weg
DYNAMIC SELECT toets
Het display in het combi-instrument toont voor het rijprogramma Lift naast de transmissiestandaanduiding het symbool .
Het voertuig wordt op het normale niveau ingesteld.
Vanaf een snelheid van circa 110 km/h daalt het voertuig.
Beneden een snelheid van circa 75 km/h komt het voertuig weer omhoog.
Het voertuig wordt op het lage niveau ingesteld.
Bij hogere snelheden daalt het voertuig niet verder.
Het voertuig wordt op het hoge niveau ingesteld.
Vanaf een snelheid van circa 30 km/h zakt het voertuig naar het normale niveau.
Beneden een snelheid van circa 10 km/h komt het voertuig opnieuw omhoog.
Vanaf een snelheid van circa 100 km/h gaat het voertuig naar het rijprogramma .
Wanneer het voertuig in het rijprogramma Lift omhoog wordt gebracht, of wanneer bij het wisselen uit het rijprogramma Lift naar een andere rijprogramma wordt geschakeld waarbij het voertuig omlaag wordt gebracht, kunnen krakende geluiden vanaf de remmen te horen zijn.
Als de oververhittingsbeveiliging wordt geactiveerd door frequente niveauveranderingen binnen korte tijd, is de AIRMATIC niet of slechts beperkt beschikbaar. Het display in het combi-instrument toont dan de melding Compressor koelt af .
Nadat de afkoelfase is afgelopen is de AIRMATIC weer zonder beperkingen beschikbaar.