De spoorassistent moet voorkomen dat u ongewild de rijstrook verlaat. Daartoe waarschuwt het systeem met een merkbare terugmelding in het stuurwiel en met het knipperen van het statussymbool in het combi-instrument. De spoorassistent is slechts een hulpmiddel en dient er niet toe om het voertuig zonder assistentie van de chauffeur de rijstrook aan te laten houden.
De aanwijzingen met betrekking tot de rijsystemen en uw verantwoording in acht nemen, anders kunt u gevaren niet herkennen meer.
De functie is beschikbaar in het snelheidsbereik tussen 60 km/h en 200 km/h.
De spoorassistent herkent rijstrookmarkeringen.
Een voorwiel rijdt over de rijstrookmarkeringen.
Om u tijdig en niet onnodig te waarschuwen wanneer u de rijstrookmarkering overschrijdt, kan het systeem verschillende omstandigheden onderscheiden.
U nadert in bochten de rijstrookmarkering aan de buitenzijde van de bocht.
U rijdt op een zeer brede rijstrook, bijvoorbeeld op autosnelwegen.
Het systeem herkent ononderbroken rijstrookmarkeringen.
U rijdt op een smalle rijstrook.
U snijdt een bocht af.
Het zicht is slecht, bijvoorbeeld door onvoldoende verlichting van de weg, bij sterk wisselende schaduwen of door sneeuw, regen, mist of veel spatwater.
Bij verblinding, bijvoorbeeld door tegemoetkomend verkeer, direct invallend zonlicht of door reflecties.
De voorruit is in de omgeving van de multifunctionele camera afgedekt of de camera is beslagen, beschadigd of afgedekt.
Er zijn geen of meerdere niet duidelijk herkenbare rijstrookmarkeringen voor de rijstrook aanwezig, bijvoorbeeld in de omgeving van wegwerkzaamheden.
De rijstrookmarkeringen zijn versleten, donker of bedekt.
De afstand tot de voorligger is te klein en daardoor kunnen de rijstrookmarkeringen niet worden herkend.
De rijstrookmarkeringen wijzigen snel, bijvoorbeeld de rijstroken splitsen zich, kruisen elkaar of worden samengevoegd.
De rijbaan is zeer smal en kronkelig.