De boordcomputer slaat bepaalde displaymeldingen in het meldingengeheugen op. U kunt de opgeslagen displaymeldingen oproepen. De toetsen in het combi-instrument gebruiken.
Als geen displaymeldingen aanwezig zijn, toont het display Geen meldingen aanwezig.
Na de laatste opgeslagen displaymelding toont het display opnieuw het startbeeldscherm van het meldingengeheugen met het aantal opgeslagen meldingen.
De boordcomputer slaat bepaalde displaymeldingen in het meldingengeheugen op. U kunt de opgeslagen displaymeldingen oproepen. De toetsen in het stuurwiel gebruiken.
De regel geeft het aantal opgeslagen meldingen aan.
De eerste opgeslagen displaymelding wordt weergegeven.
Als geen displaymeldingen aanwezig zijn, toont het display Geen meldingen aanwezig.
Alle opgeslagen displaymeldingen zijn genummerd in het meldingengeheugen. Het actuele meldingsnummer wordt samen met het aantal opgeslagen displaymeldingen als oriëntatiehulp weergegeven op de onderste regel van het display.