Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • eVito
  • 10/2021
app store google play
X

Printen
Voorstoel mechanisch instellen
WAARSCHUWING Inklemgevaar bij stoelinstelling door kinderen

Wanneer kinderen de stoelen instellen, kunnen zij bekneld raken, in het bijzonder wanneer ze zonder toezicht zijn.

Bij het verlaten van het voertuig altijd de sleutel meenemen en het voertuig vergrendelen.
Kinderen nooit zonder toezicht in het voertuig achterlaten.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door voertuiginstellingen tijdens het rijden
U kunt in het bijzonder in de volgende situaties de controle over de auto verliezen:
  • Wanneer u tijdens het rijden de bestuurdersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwiel of de spiegels verstelt.

  • Wanneer u tijdens het rijden de veiligheidsgordel omgespt.

Voordat de auto wordt gestart: In het bijzonder de bestuurdersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwiel en de spiegels instellen en de veiligheidsgordel omgespen.
WAARSCHUWING Inklemgevaar bij instelling van de stoelen

Wanneer u een stoel instelt, is het mogelijk dat uzelf of andere inzittenden bekneld raken, bijvoorbeeld door de geleiderail van de stoel.

Bij het instellen van een stoel mogen zich geen lichaamsdelen in het bewegingsgebied van de stoel bevinden; dit controleren.

De veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot de "Airbags" en "Kinderen in het voertuig" in acht nemen.

WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een niet vergrendelde chauffeursstoel

De chauffeursstoel kan tijdens het rijden onverwacht bewegen.

Daardoor kunt u de controle over het voertuig verliezen.

De chauffeursstoel moet altijd vergrendeld zijn voordat het voertuig wordt gestart; dit controleren.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar door te geringe afstand tussen voorstoel en cockpit

De frontairbags kunnen de inzittenden voorin extra verwonden.

De voorstoelen altijd zo instellen dat deze zo ver mogelijk van de frontairbag verwijderd zijn.
Bovendien de aanwijzingen met betrekking tot de correcte instelling van de stoelen in acht nemen.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar door verkeerde zitpositie

Wanneer de rugleuning niet in nagenoeg verticale positie staat, biedt de veiligheidsgordel niet het beoogde beschermingspotentieel.

U kunt onder de gordel door glijden en daarbij letsel oplopen.

De stoel voor aanvang van de rit correct instellen.
De rugleuning moet in een nagenoeg verticale stand staan en de schoudergordel moet over het midden van de schouder lopen; dit controleren.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet aangebrachte of verkeerd ingestelde hoofdsteunen

Als hoofdsteunen niet zijn ingebouwd of niet correct zijn ingesteld is er een verhoogd risico op letsel aan het hoofd en de nek, bijvoorbeeld bij een ongeval of remmanoeuvre!

Altijd met gemonteerde hoofdsteunen rijden.
Voor het rijden bij elke inzittende controleren, of het midden van de hoofdsteun het achterhoofd op ooghoogte ondersteunt.

De hoofdsteunen van de zitplaatsen voor- en achterin niet verwisselen. Anders kunnen de hoogte en hoek van de hoofdsteunen niet in de correcte positie worden ingesteld.

Met de verstelling in lengterichting de hoofdsteunen zodanig instellen, dat deze zo dicht mogelijk bij het achterhoofd staan.

AANWIJZING Schade aan de stoelen en de stoelverwarming door vloeistoffen, scherpe voorwerpen of isolerende materialen

Om schade aan de stoelen en de stoelverwarming te vermijden, de volgende aanwijzingen in acht nemen:

Geen vloeistoffen op de stoelen morsen. Wanneer toch iets op de stoelen wordt gemorst, de stoelen zo snel mogelijk drogen.
Wanneer de stoelbekledingen vochtig of nat zijn, de stoelverwarming niet inschakelen. De stoelverwarming niet gebruiken om de stoelen te drogen.
De stoelen zoals aanbevolen reinigen, zie hoofdstuk "Reiniging en verzorging".
Geen zware lasten op de stoelen vervoeren. Geen scherpe voorwerpen, zoals messen, spijkers of gereedschap, op de stoelen leggen. De stoelen zo mogelijk alleen voor personen gebruiken.
De stoelen bij het gebruiken van de stoelverwarming niet met isolerende materialen afdekken, bijvoorbeeld dekens, jassen, tassen, beschermhoezen, kinderzitjes of stoelverhogingen.
AANWIJZING Beschadiging van de stoelen of van de scheidingswand bij het verstellen van de stoelen in een voertuig met gesloten opbouw

Wanneer een stoel wordt versteld, kan deze in contact komen met de scheidingswand.

Daarbij kunnen de stoel of de scheidingswand worden beschadigd.

De stoel voorzichtig verstellen.
Stoellengterichting instellen
De hendel omhoogtrekken en de stoel naar voren of naar achteren schuiven, tot de gewenste positie is bereikt.
De hendel loslaten en de stoel naar voren of naar achteren schuiven, tot deze hoorbaar vergrendelt.

Bij draaibare voorstoelen dient de hendel op plaats voor het ontgrendelen van de draaistoel. De bedieningshendel voor de stoellengterichting is dan als beugel vóór de stoel uitgevoerd meer.

Zithoogte instellen
Zo vaak op de hendel drukken of hieraan trekken, tot de gewenste zithoogte is bereikt.
Rugleuning instellen
De draaiknop naar voren draaien.

De rugleuning komt omhoog.

De draaiknop naar achteren draaien.

De rugleuning kantelt naar achteren.

Zittinghoek instellen
De draaiknop naar voren draaien.

De zitting kantelt aan de voorzijde omlaag.

De draaiknop naar achteren draaien.

De zitting kantelt aan de voorzijde omhoog.

Zittingdiepte instellen
De hendel omhoogtrekken en het voorste deel van de zitting naar voren of naar achteren schuiven.