De DSR kan het gevaar voor ongevallen vanwege een niet-aangepaste of onoplettende rijstijl niet verlagen noch de natuurkundige grenzen buiten werking stellen. De DSR kan geen rekening houden met de weg- en weersomstandigheden en de verkeerssituatie. De DSR is slechts een hulpmiddel. U bent zelf verantwoordelijk voor met name een veilige afstand, de gereden snelheid en het tijdig remmen.
De DSR ondersteunt u bij bergafwaarts rijden. Door gerichte remingrepen houdt de DSR tijdens de afdaling een ingestelde snelheid aan. Het vasthouden van de snelheid is afhankelijk van de staat van het wegdek en de helling en is daarom niet in alle situaties gewaarborgd.
De snelheid kan tussen 4 km/h en 18 km/h met het rem- en gaspedaal of met de TEMPOMAT-hendel worden ingesteld.
Als het voertuig stilstaat of de actuele snelheid minder dan 4 km/h is, wordt 4 km/h of de minimumsnelheid in de betreffende versnelling ingesteld.
Als in het terrein sneller dan 18 km/h wordt gereden, schakelt de DSR in de standby-functie. De DSR blijft ingeschakeld, maar remt niet automatisch.
Als bergaf langzamer dan 18 km/h wordt gereden, regelt de DSR weer de ingestelde snelheid in.
Als sneller dan 45 km/h wordt gereden, wordt de DSR automatisch uitgeschakeld.