Voertuigen met handgeschakelde versnellingsbak: Er wordt afgeremd, bij lage snelheid wordt de neutraalstand ingeschakeld en vervolgens wordt het koppelingspedaal losgelaten.
Voertuigen met automatische transmissie: Het voertuig wordt in de transmissiestand of gestopt.
Er is aan alle voorwaarden met betrekking tot het voertuig voor de automatische motorstop voldaan.
Wanneer het voertuig stilstaat verschijnt op het combi-instrument het symbool . Als niet aan alle voorwaarden met betrekking tot het voertuig is voldaan, verschijnt op het combi-instrument het symbool .
Voertuigen met handgeschakelde versnellingsbak: Het koppelingspedaal wordt ingedrukt.
Voertuigen met automatische transmissie: In de transmissiestand wordt bij niet actieve HOLD-functie het rempedaal losgelaten.
Voertuigen met automatische transmissie: De transmissiestand of wordt ingeschakeld.
Het gaspedaal wordt ingedrukt.
Er moet een automatische motorstart bij het voertuig worden uitgevoerd.
Als de motor door het ECO start-stopsysteem is afgezet en het voertuig wordt verlaten, klinkt een waarschuwingssignaal. Bovendien verschijnt op het combi-instrument de displaymelding Voertuig is gereed Voor verlaten contact uitschakelen. Wanneer de chauffeur het voertuig niet uitschakelt, wordt het voertuig na een minuut automatisch uitgeschakeld.