Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • eSprinter
  • 06/2022
app store google play
X

Printen
Werking van de achteruitrijcamera met binnenspiegelweergave

De achteruitrijcamera is verbonden met de binnenspiegel van het voertuig. Bij het inschakelen van de achteruitversnelling wordt in het linker gedeelte van de binnenspiegel het beeld van de achteruitrijcamera weergegeven. Zo kan bij het achteruitrijden achter het voertuig worden gekeken.

De achteruitrijcamera met binnenspiegelweergave is slechts een hulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de omgeving niet vervangen. De chauffeur blijft altijd verantwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en parkeren. Bij het manoeuvreren of parkeren mogen zich onder andere geen personen, dieren of voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden; dit controleren.

De achteruitrijcamera met binnenspiegelweergave kan obstakels vervormd, niet correct of zelfs geheel niet weergeven. Hij kan niet alle objecten aangeven die zich zeer dichtbij en/of onder de achterbumper bevinden. Hij waarschuwt niet voor aanrijdingen, personen of voorwerpen.

Het gebied achter het voertuig wordt in spiegelbeeld weergegeven.

Systeemgrenzen
De achteruitrijcamera met binnenspiegelweergave werkt in onder andere de volgende situaties slechts beperkt of helemaal niet:
  • Het regent hard, het sneeuwt of het is mistig.

  • De lichtomstandigheden zijn slecht, bijvoorbeeld 's nachts.

  • De omgeving is met een fluorescerend licht verlicht, de binnenspiegelweergave kan flikkeren.

  • Bij een snelle temperatuurwisseling, bijvoorbeeld wanneer in de winter vanuit de kou een verwarmde garage wordt ingereden.

  • De omgevingstemperatuur zeer hoog is.

  • De cameralens is afgedekt, vervuild of beslagen. De aanwijzingen voor het reinigen van de achteruitrijcamera in acht nemen meer.

  • De camera of de achterzijde van het voertuig is beschadigd. In dit geval de camera, diens stand en de afstelling laten controleren bij een gekwalificeerde werkplaats.

Door achterop het voertuig gemonteerde aanbouwdelen (bijvoorbeeld kentekenplaathouder of fietsdrager), kunnen het gezichtsveld en verdere functies van de achteruitrijcamera worden beperkt.

Het contrast van de binnenspiegelweergave kan nadelig worden beïnvloed door invallend zonlicht of andere lichtbronnen. In dit geval extra voorzichtig zijn.

De binnenspiegel bij een aanzienlijke beperking van de bruikbaarheid, als gevolg van bijvoorbeeld pixelfouten, laten repareren of vervangen.

Voorwerpen die zich niet ter hoogte van de bodem bevinden, lijken verder verwijderd dan ze daadwerkelijk zijn.

Voorbeelden van dergelijke voorwerpen:
  • de bumper van een geparkeerd voertuig

  • de aanhangwagendissel van een aanhangwagen

  • de achterzijde van een vrachtwagen

  • een schuinstaande paal