Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • eSprinter
  • 06/2022
app store google play
X

Printen
Waarden in het menu Reis van de boordcomputer terugzetten
Boordcomputer:
Reis

De schrijfwijze van de weergegeven hoofdmenu's kan afwijken. Daarom het menu-overzicht voor het combi-instrument raadplegen meer.

De waarden van de volgende functies kunnen worden teruggezet:
  • Dagteller:

    • Dagteller terugzetten?

  • Tripcomputer:

    • Na vertrek

    • Na reset

  • ECO aanduiding

De functie waarvoor de waarde moet worden teruggezet selecteren en de selectie bevestigen.
De vraag Waarden terugzetten? met Ja bevestigen.
Bandenspanning met bandenspanningscontrole controleren
Voorwaarden
  • Het voertuig is ingeschakeld.

Boordcomputer:
Service
Banden
Een van de volgende weergave verschijnt:
  • Actuele bandenspanning en de bandentemperatuur van de afzonderlijke wielen

Display van het combi-instrument (kleur)
  • Actuele bandenspanning van de afzonderlijke wielen

Display van het combi-instrument (zwart-wit)
  • Bandenspanningsindicatie verschijnt na enkele minuten rijden: De inleerprocedure van het systeem is nog niet afgesloten. De bandenspanningen worden dan reeds gecontroleerd.

De bandenspanning vergelijken met de voor de actuele bedrijfstoestand geadviseerde bandenspanning meer. Daarbij de aanwijzingen met betrekking tot de bandentemperatuur in acht nemen meer.

De op het display van het combi-instrument weergegeven waarden kunnen afwijken van de waarden van de bandenspanningsmeter, die gelden voor zeeniveau. Op hoger gelegen locaties geven luchtdrukmeters een hogere bandenspanning weer dan de boordcomputer. In dit geval de bandenspanning verlagen.

Ook de volgende uitgebreide informatie lezen:
  • Aanwijzingen met betrekking tot de bandenspanning meer

Ruitensproeierinstallatie bijvullen
GEVAAR Levensgeaar bij het uitvoeren van onderhoudswerken tijdens het laadproces

Tijdens het laadproces staat het hogevollt-boordnet onder hoge elektrische spanning.

Tijdens het laadproces geen onderhoudswerken uitvoeren.
WAARSCHUWING Gevaar voor brandwonden door hete onderdelen in de motorruimte

Bepaalde onderdelen in de motorruimte kunnen zeer heet zijn, bijvoorbeeld het aandrijfsysteem en de radiateur.

Het aandrijfsysteem laten afkoelen en alleen de hierna beschreven onderdelen aanraken.
Wanneer werkzaamheden in de motorruimte moeten worden uitgevoerd, alleen de volgende onderdelen aanraken:
  • Motorkap

  • Afsluitdop ruitensproeiervloeistofreservoir

  • Afsluitdop koelvloeistofexpansiereservoir

WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door oververhitte auto
Wanneer u de motorkap bij een oververhitte auto of een brand in de motorruimte opent, kunnen zich de volgende situaties voordoen:
  • U kunt met hete gassen in contact komen.

  • U kunt met andere ontsnappende, hete bedrijfsstoffen in aanraking komen.

Bij een oververhitting of brand in de motorruimte de motorkap gesloten houden en de brandweer waarschuwen.
De oververhitte auto eerst laten afkoelen, als de motorkap moet worden geopend.
WAARSCHUWING Gevaar voor brand en letsel door ruitensproeiervloeistofconcentraat

Ruitensproeiervloeistofconcentraat is licht ontvlambaar.

Vuur, open licht, roken en vonkvorming vermijden bij het werken met het ruitensproeiervloeistofconcentraat.
Ruitensproeiervloeistof bijvullen
Ruitensproeiervloeistofreservoir (voorbeeld)
De ruitensproeiervloeistof in een jerrycan in de juiste mengverhouding voormengen.
De motorkap openen meer.
De afsluitdop van het ruitensproeiervloeistofreservoir aan de lip naar boven trekken.
De voorgemengde ruitensproeiervloeistof bijvullen.
De afsluitdop op de vulopening drukken, tot deze hoorbaar vergrendelt.
De motorkap sluiten meer.
Ruitenwisserbladen voorruit vervangen
WAARSCHUWING Inklemgevaar door ingeschakelde ruitenwissers bij het vervangen van de ruitenwisserbladen

Wanneer de ruitenwissers in beweging komen bij het vervangen van de ruitenwisserbladen, kunt u door de ruitenwisserarm bekneld raken

Alvorens de ruitenwisserbladen te vervangen, altijd de ruitenwissers en de auto uitschakelen.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door het gebruik van de ruitenwissers bij geopende motorkap

Als de ruitenwissers zich in beweging zetten als de motorkap geopend is, kunt u bekneld raken in de wisserstangen.

Altijd de ruitenwissers en de auto uitschakelen voordat de motorkap wordt geopend.
Ruitenwisserbladen vervangen

De ruiten worden niet meer correct gewist als de ruitenwisserbladen versleten zijn. Ruitenwisserbladen tweemaal per jaar vervangen, het beste in het voorjaar en in de herfst.

De ruitenwisserarm van de voorruit wegklappen.
De ruitenwisserarm vasthouden en het ruitenwisserblad in de richting van de pijl tot de aanslag van de ruitenwisserarm wegdraaien.
De schuif in de richting van de pijl naar boven schuiven, tot deze vergrendelt.
Het ruitenwisserblad terugklappen tegen de ruitenwisserarm.
Het ruitenwisserblad van de ruitenwisserarm verwijderen.
Het nieuwe ruitenwisserblad in de houder op de ruitenwisserarm aanbrengen.
Daarbij de verschillende lengtes van de beide ruitenwisserbladen in acht nemen:
  • Chauffeurszijde: Lang ruitenwisserblad

  • Bijrijderszijde: Kort ruitenwisserblad

De schuif omlaagschuiven tot deze vergrendelt.
De ruitenwisserarm weer tegen de voorruit terugklappen.
Ruitenwisserbladen (voorruit) vervangen (WET WIPER SYSTEM)
WAARSCHUWING Inklemgevaar door ingeschakelde ruitenwissers bij het vervangen van de ruitenwisserbladen

Wanneer de ruitenwissers in beweging komen bij het vervangen van de ruitenwisserbladen, kunt u door de ruitenwisserarm bekneld raken

Alvorens de ruitenwisserbladen te vervangen, altijd de ruitenwissers en de auto uitschakelen.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door het gebruik van de ruitenwissers bij geopende motorkap

Als de ruitenwissers zich in beweging zetten als de motorkap geopend is, kunt u bekneld raken in de wisserstangen.

Altijd de ruitenwissers en de auto uitschakelen voordat de motorkap wordt geopend.
Ruitenwisserbladen vervangen

De ruiten worden niet meer correct gewist als de ruitenwisserbladen versleten zijn. Ruitenwisserbladen tweemaal per jaar vervangen, het beste in het voorjaar en in de herfst.

De ruitenwisserarm van de voorruit wegklappen.
De ruitenwisserarm vasthouden en het ruitenwisserblad in de richting van de pijl tot de aanslag van de ruitenwisserarm wegdraaien.
De schuif in de richting van de pijl naar boven schuiven, tot deze vergrendelt.
Het ruitenwisserblad in de richting van de pijl van de ruitenwisserarm verwijderen.
De slang voorzichtig van het ruitenwisserblad wegtrekken.
De slang op het ruitenwisserblad bevestigen.
Het nieuwe ruitenwisserblad in de houder op de ruitenwisserarm aanbrengen.
Daarbij de verschillende lengtes van de beide ruitenwisserbladen in acht nemen:
  • Chauffeurszijde: Lang ruitenwisserblad

  • Bijrijderszijde: Kort ruitenwisserblad

De schuif omlaagschuiven tot deze vergrendelt.
Het ruitenwisserblad terugklappen tegen de ruitenwisserarm.
De ruitenwisserarm weer tegen de voorruit terugklappen.
Aanwijzingen met betrekking tot het wassen van het voertuig in een wasstraat
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door verminderde remwerking na het auto wassen

Nadat de auto is gewassen, hebben de remmen een verminderde remwerking.

Nadat de auto is gewassen, rekening houdend met de verkeerssituatie, voorzichtig afremmen tot de volledige remwerking weer aanwezig is.

Erop letten dat de wasstraat geschikt is voor de afmetingen van het voertuig.

Voordat het voertuig in een wasstraat wordt gewassen de buitenspiegels inklappen en een eventuele extra antenne verwijderen. Anders kunnen de buitenspiegels, de antenne of het voertuig worden beschadigd.

Er bij het verlaten van de wasstraat op letten, dat de buitenspiegels weer volledig zijn uitgeklapt en de eventuele extra antenne weer gemonteerd is.

Om schade aan het voertuig te vermijden, het volgende in acht nemen bij gebruik van een wasstraat:
  • De zijruiten en de schuifruit zijn volledig gesloten.

  • De aanjager van de ventilatie en de verwarming is uitgeschakeld.

  • De schakelaar van de ruitenwissers staat in de stand .

Als het voertuig sterk vervuild is, moet deze worden voorgereinigd voordat deze in een wasstraat wordt gereinigd.

Door na het voertuig wassen de wax van de voorruit en de ruitenwisserrubbers te verwijderen, wordt streepvorming voorkomen en worden wisgeluiden gereduceerd.