Verkeersdeelnemers die geen verlichting hebben, bijvoorbeeld voetgangers
Verkeersdeelnemers die een zwakke verlichting hebben, bijvoorbeeld fietsers
Verkeersdeelnemers waarvan de verlichting afgedekt is, bijvoorbeeld door een vangrail
In zeer sporadische gevallen reageert de adaptieve grootlichtassistent niet of niet tijdig op andere verkeersdeelnemers met eigen verlichting.
Daarom wordt het automatische grootlicht in deze of vergelijkbare situaties niet gedeactiveerd of desondanks geactiveerd.
Dimlicht
Grootlicht
Het systeem herkent wanneer tegenliggers of voorliggers verlichting voeren.
Als geen andere verkeersdeelnemers worden herkend, wordt automatisch het grootlicht ingeschakeld.
Het grootlicht schakelt automatisch uit.
De adaptieve grootlichtassistent kan geen rekening houden met de weg- en weersomstandigheden en de verkeerssituatie.
Het zicht is slecht, bijvoorbeeld door mist, hevige regen of sneeuw.
De sensoren zijn vervuild of afgedekt.
De adaptieve grootlichtassistent is slechts een hulpmiddel. De verantwoordelijkheid voor de correcte voertuigverlichting overeenkomstig de heersende licht- en zichtomstandigheden en de verkeerssituatie ligt bij u.
De optische sensor voor het systeem bevindt zich achter de voorruit bij het bedieningspaneel dakconsole.