Het opladen gebeurt met een hoge spanning.
Wanneer de laadkabel, de voertuigstekkerdoos of de netcontactdoos beschadigd is, kunt u een stroomstoot krijgen.
Controlelampje | Betekenis |
---|---|
Knippert langzaam groen | De hoogspanningsaccu wordt opgeladen. |
Brandt groen | De hoogspanningsaccu is opgeladen. |
Knippert langzaam oranje | De auto wacht op het beginnen van het opladen. |
Brandt oranje | De auto bevindt zich in een laadpauze. |
Knippert snel rood | Bij het laden is een storing opgetreden. |
Laadstations zonder laadcommunicatie moeten voor het opladen worden vrijgeschakeld, bijvoorbeeld met een RFID-kaart. Hiertoe de aanwijzingen van de exploitant van het laadstation in acht nemen.
De functie "Plug&Charge" is niet in alle landen beschikbaar.
Om "Plug&Charge" te kunnen gebruiken, is een overeenkomstig stroomcontract noodzakelijk. Daartoe contact opnemen met de exploitant van het laadstation.
Wanneer de auto bij een laadstation met laadcommunicatie wordt aangesloten, worden informatie en technische parameters uitgewisseld om het opladen zonder extra vrijschakeling te starten. Deze functie wordt "Plug&Charge" genoemd.
Door de gegevensuitwisseling kan het na het aansluiten van de laadkabel tot 30 seconden duren voordat het opladen begint.
Voor de communicatie tussen de auto en het intelligente laadstation wordt de internationale standaard ISO 15118 gebruikt.