Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • smart fortwo
  • EQ fortwo
  • 04/2021
X

Printen
Passagiersairbag uit- of inschakelen
WAARSCHUWING Letsel‑ of levensgevaar bij uitgeschakelde passagiersairbag

Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF brandt, is de passagiersairbag uitgeschakeld. Deze wordt bij een ongeval niet geactiveerd en kan dan niet meer zoals bedoeld beschermen.

Een persoon op de passagiersstoel kan dan bijvoorbeeld met delen van het interieur in aanraking komen, in het bijzonder als hij dicht op de cockpit zit.

In dit geval mag niemand de passagiersstoel gebruiken.
Op de passagiersstoel uitsluitend een kind vervoeren dat in een geschikt naar achteren of naar voren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem zit.
Ook altijd de informatie over de correcte plaatsing van het kinderzitje in deze handleiding in acht nemen, evenals de montagehandleiding van de fabrikant van het kinderzitjesbevestigingssysteem.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar door gebruik van een kinderzitjesbevestigingssysteem bij ingeschakelde passagiersairbag

Als een kind in een naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel wordt beveiligd en het controlelampje PASSENGER airbag ON brandt, kan de passagiersairbag bij een ongeval worden geactiveerd.

Het kind kan door de airbag worden getroffen.

In dit geval controleren dat de passagiersairbag uitgeschakeld is. Het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF moet branden.

NOOIT een naar achteren gericht kinderbeveiligingssysteem op een stoel met GEACTIVEERDE FRONTAIRBAG gebruiken, want dat kan voor het kind DODELIJKE of ERNSTIGE VERWONDINGEN tot gevolg hebben.

WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar door verkeerde plaatsing van het kinderzitjesbevestigingssysteem
Als een kind in een naar voren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel wordt beveiligd en de passagiersstoel te dicht bij de cockpit wordt geplaatst, kan het kind bij een ongeval:
  • Bijvoorbeeld met delen van het interieur in aanraking komen, als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF brandt.

  • Door de airbag wordt geraakt als het controlelampje PASSENGER AIR BAG ON brandt.

De passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren zetten. Daarbij altijd de correcte ligging van de schoudergordel vanaf de gordeldoorvoeropening van de auto naar de schoudergordelgeleiding van het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen. De schoudergordelband moet vanaf de gordeldoorvoeropening naar voren en omlaag verlopen. De passagiersstoel indien nodig overeenkomstig instellen.
Altijd de informatie over de correcte plaatsing van het kinderzitjesbevestigingssysteem in deze handleiding in acht nemen, evenals de montagehandleiding van de fabrikant van het kinderzitjesbevestigingssysteem.

Wanneer het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF gedoofd blijft en/of het controlelampje PASSENGER AIR BAG ON brandt, geen naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel monteren.

Symbool voor een naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem

Wanneer u een naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel gebruikt, moet u de passagiersairbag uitschakelen.

De airbag off-schakelaar van de passagiersairbag door de weerstand indrukken.
Passagiersairbag uitschakelen:
De airbag off-schakelaar linksom draaien.

Het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF in het bedieningspaneel dakconsole gaat branden en brandt permanent wanneer de auto is ingeschakeld.

Passagiersairbag inschakelen:
De airbag off-schakelaar rechtsom draaien.

Het controlelampje PASSENGER AIR BAG ON in het bedieningspaneel dakconsole gaat branden en brandt permanent wanneer de auto is ingeschakeld.

De passagiersairbag is wanneer de auto is ingeschakeld in principe altijd geactiveerd, behalve wanneer de passagiersairbag handmatig is uitgeschakeld. Wanneer de passagiersairbag is uitgeschakeld, brandt het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF in het bedieningspaneel dakconsole permanent wanneer de auto is ingeschakeld.