Het ECO start-stopsysteem is ingeschakeld.
Het remsysteem vereist geen draaiende motor.
De buitentemperatuur ligt binnen een voor het systeem geschikt bereik.
De atmosferische luchtdruk ligt binnen een voor het systeem geschikt bereik.
De motor is op bedrijfstemperatuur.
Een motordiagnose is niet actief.
Het motortoerental ligt binnen een voor het systeem geschikt bereik.
De versnellingbakolietemperatuur ligt binnen een voor het systeem geschikt bereik.
De temperatuur in het interieur ligt binnen het ingestelde bereik.
De brandstoftank is voldoende gevuld.
Het systeem herkent bij ingeschakelde airconditioning geen condens op de voorruit.
De laadtoestand en de spanning van de accu zijn voldoende.
De accutemperatuur ligt binnen een voor het systeem geschikt bereik.
Het systeem herkent geen steile helling.
De motorkap is gesloten.
De auto begint te rijden.
Het remsysteem vereist een draaiende motor.
De buitentemperatuur ligt buiten het voor het systeem geschikte bereik.
De atmosferische luchtdruk verlaat het voor het systeem geschikte bereik.
Voor een motordiagnose moet de motor draaien.
De versnellingbakolietemperatuur ligt buiten het voor het systeem geschikte bereik.
De temperatuur in het interieur verlaat het ingestelde bereik.
Het systeem herkent bij ingeschakelde airconditioning condens op de voorruit.
De laadtoestand van de accu is te laag.
De accutemperatuur verlaat het voor het systeem geschikte bereik.