Beschadigde banden kunnen bandenspanningsverlies veroorzaken.
Bij een te lage profieldiepte laat de grip van de banden te wensen over.
Bij een natte rijbaan neemt het gevaar van aquaplaning toe, in het bijzonder bij een niet aangepaste snelheid.
Zomerbanden: 3 mm
M+S-banden: 4 mm
Controle van de bandenspanning meer
Visuele controle van de banden en velgen op beschadigingen
Controle van de ventieldopjes
Visuele controle van de profieldiepte en het loopvlak van de band over de gehele breedte.
De minimumprofieldiepte bij zomerbanden bedraagt 3 mm en bij winterbanden 4 mm.
Wanneer sneeuwkettingen op de voorwielen worden gemonteerd, kunnen de sneeuwkettingen in contact komen met de carrosserie of met onderdelen van het onderstel.
Wanneer bij auto's met 4MATIC sneeuwkettingen op de voorwielen worden gemonteerd, kunnen ze onderdelen van de carrosserie of het onderstel beschadigen.
Sneeuwkettingen zijn slechts voor bepaalde velg-bandcombinatie toegestaan. Informatie hierover is verkrijgbaar bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.
Om veiligheidsredenen alleen de voor Mercedes-Benz goedgekeurde sneeuwkettingen of sneeuwkettingen met dezelfde kwaliteitsstandaard gebruiken.
De montagehandleiding van de fabrikant van de sneeuwkettingen opvolgen.
De toegestane maximumsnelheid met gemonteerde sneeuwkettingen is 50 km/h.
Auto's met actieve parkeerassistent: Met gemonteerde sneeuwkettingen niet de actieve parkeerassistent gebruiken.
Auto's met AIRMATIC: Met gemonteerde sneeuwkettingen alleen met hogere voertuighoogte rijden meer.
Auto's met gestuurde achteras: Met gemonteerde sneeuwkettingen alleen met geactiveerde sneeuwkettingmodus rijden meer.
De maximumsnelheid kan voor het gebruik van winterbanden permanent worden begrensd meer.
De aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfsstoffen in acht nemenmeer.
Ruitensproeiervloeistofconcentraat is licht ontvlambaar. Wanneer het op hete onderdelen in de motorruimte terechtkomt, kan het ontsteken.
Ongeschikte ruitreinigingsmiddelen kunnen het kunststof oppervlak van de exterieurverlichting beschadigen.
Geen gedestilleerd of gedemineraliseerd water gebruiken. Anders kan de niveausensor een onjuist niveau detecteren.
Boven het vriespunt: Bijvoorbeeld MB SummerFit
Onder het vriespunt: Bijvoorbeeld MB WinterFit
De correcte mengverhouding is te vinden in de gegevens op de verpakking.
Ruitensproeiervloeistof het gehele jaar met ruitreinigingsmiddel mengen.
Ruitensproeiervloeistofconcentraat is licht ontvlambaar.
De auto is ontgrendeld.
De ruitensproeiervloeistofvulklep wordt geopend.
Wanneer de ruitenwissers in beweging komen bij het vervangen van de ruitenwisserbladen, kunt u door de ruitenwisserarm bekneld raken
De ruitenwisserarmen gaan naar de vervangingsstand.
De ruitenwisserarmen gaan terug naar de uitgangspositie.
De toestand van de ruitenwisserbladen regelmatig controleren en deze vervangen bij zichtbare beschadigingen of blijvende streepvorming.
Bij de punt van het blad van het nieuwe ruitenwisserblad bevindt zich een onderhoudsindicatie.
Wanneer de kleur van de onderhoudsindicatie verandert van zwart naar geel, moeten de ruitenwisserbladen worden vervangen.