Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • EQS
  • Limousine
  • 03/2022
app store google play
X

Printen
Functie van de actieve noodstopassistent

De actieve noodstopassistent bewaakt het stuurwiel alsmede het gas- en rempedaal. Wanneer het systeem een gebrek aan activiteit van de bestuurder herkent en detecteert dat de auto dreigt de rijstrook te verlaten, kan een waarschuwing worden gegeven en een noodstop worden ingeleid.

Auto's zonder rijassistentiepakket: Het systeem is vanaf een snelheid van circa 60 km/h beschikbaar.

Auto's met rijassistentiepakket: Wanneer de actieve stuurassistent uitgeschakeld is, is het systeem vanaf een snelheid van circa 60 km/h beschikbaar.

Wanneer de auto dreigt de rijstrook te verlaten, wordt in de volgende gevallen een waarschuwing gegeven:
  • De bestuurder raakt het stuurwiel langere tijd niet aan of er is langere tijd geen stuurbeweging gemeten (afhankelijk van de uitrusting van de auto).

  • Noch het gaspedaal, noch het rempedaal worden bediend.

Auto's met rijassistentiepakket: Wanneer de actieve stuurassistent ingeschakeld en actief is, wordt alleen het stuurwiel door het systeem bewaakt. Wanneer de bestuurder langere tijd het stuurwiel niet aanraakt, kan ondanks pedaalbediening een waarschuwing worden weergegeven.

De aanwijzingen met betrekking tot de aanrakingsherkenning van de actieve stuurassistent in acht nemen meer.

De actieve noodstopassistent geeft na elkaar de volgende waarschuwingen:
  • De melding verschijnt op het bestuurdersdisplay.

  • Naast de weergave klinkt er ook een waarschuwingssignaal.

  • De melding Noodstop wordt gestart verschijnt op het bestuurdersdisplay, er klinkt een continu waarschuwingssignaal, de auto accelereert niet meer en eventueel wordt de veiligheidsgordel voortdurend licht aangespannen.

  • De snelheid van de auto wordt stapsgewijs verlaagd tot stilstand. Daarbij worden abrupte rempulsen gegeven.

Auto's met rijassistentiepakket: Wanneer de actieve afstandsassistent DISTRONIC actief is en de bestuurder de veiligheidsgordel en het bestuurdersportier opent, kan direct een noodstop worden ingeleid.

Auto's met rijassistentiepakket: Landsafhankelijk wordt, indien mogelijk, naar de naastgelegen rechter rijstrook gewisseld. De rijstrookwisseling is alleen mogelijk naar de rechter rijstrook, niet naar de vluchtstrook.

Zodra het automatisch afremmen begint wordt de actieve afstandsassistent DISTRONIC beëindigd. Landsafhankelijk wordt bovendien de alarmknipperlichtinstallatie ingeschakeld.

Wanneer de auto stilstaat, worden de volgende handelingen uitgevoerd:
  • De auto wordt met de elektrische parkeerrem beveiligd.

  • De auto wordt ontgrendeld.

  • Indien mogelijk, wordt een noodoproep naar de Mercedes-Benz alarmcentrale verstuurd.

Voordat de automatische afremming begint, kunt u de actieve noodstopassistent afbreken door te sturen.

Nadat de automatische afremming is begonnen kunt u de actieve noodstopassistent als volgt afbreken:
  • Gas geven of remmen: De noodstop wordt afgebroken, de waarschuwingsmelding, het waarschuwingssignaal en de stuurondersteuning blijven actief.

  • Sturen: De stuurondersteuning wordt afgebroken, de waarschuwingsmelding en het waarschuwingssignaal blijven actief, de auto wordt verder afgeremd.

De actieve noodstopassistent kan maximaal drie keer binnen een rijcyclus een noodstop starten. Daarna zijn de actieve stuurassistent en de actieve noodstopassistent geblokkeerd tot de auto opnieuw gestart wordt.

Systeemgrenzen
Voor de herkenning van voertuigen en andere obstakels dient u de systeemgrenzen van de volgende functies in acht te nemen:
  • Actieve afstandsassistent DISTRONIC meer

  • Actieve stuurassistent meer

  • Actieve rijstrookwisselassistent meer

  • Active Brake Assist System meer

Auto's zonder rijassistentiepakket:

De actieve noodstopassistent is in de volgende gevallen niet actief:
  • De actieve spoorassistent heeft een systeemgrens bereikt.

  • De actieve spoorassistent is niet gereed (grijze statusindicatie) of uitgeschakeld (witte statusindicatie) meer.