de ISOFIX-bevestigingsbeugels
het veiligheidsgordelsysteem van de auto
Bij voorkeur een ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem monteren.
De eenvoudige montage aan de bevestigingsbeugels van de auto kan het risico van een verkeerd gemonteerd kinderzitjesbevestigingssysteem reduceren.
Als het kind met de geïntegreerde veiligheidsgordel van het ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem beveiligd is, beslist het gewicht van het kind en het toegestaan totaalgewicht van het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen meer.
Een baby of een klein kind bij voorkeur in een geschikt naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem vervoeren. Het kind zit in dit geval tegengesteld aan de rijrichting en kijkt naar achteren.
Baby's en kleine kinderen hebben relatief zwakke nekspieren in verhouding met de grootte en het gewicht van hun hoofd. In een naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem kan het gevaar voor letsel aan de nekwervelkolom bij een ongeval gereduceerd worden.
Als het kinderzitjesbevestigingssysteem verkeerd op de daarvoor geschikte zitplaats wordt gemonteerd, kan dit niet meer zoals bedoeld beschermen.
Het kind kan dan bij een ongeval, remmanoeuvre of abrupte verandering van richting niet worden tegengehouden.
Als het kinderzitje verkeerd gemonteerd of niet-vastgezet is, kan dit bij een ongeval, remmanoeuvre of abrupte verandering van richting losraken.
Het kinderzitje kan rondslingeren en inzittenden raken.
Altijd de montage- en gebruikshandleiding van de fabrikant van het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen:
ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem op de zitplaats achterin monteren meer.
Kinderzitjesbevestigingssysteem met de veiligheidsgordel op de zitplaats achterin bevestigen meer.
Kinderzitjesbevestigingssysteem met de veiligheidsgordel op de passagiersstoel bevestigen meer. De specifieke aanwijzingen bij naar achteren en naar voren gerichte kinderzitjesbevestigingssystemen in acht nemen.
Bij een bezette passagiersstoel voor en ook tijdens het rijden en afhankelijk van de situatie de werking van de passagiersairbag niet in gevaar brengen meer.
De waarschuwingsstickers in het interieur van de auto en op het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen.
Wanneer u een kinderzitjesbevestigingssysteem verandert of er voorwerpen op aanbrengt, bijv. speelgoed of ongeschikte accessoires, kan het kinderzitjesbevestigingssysteem niet meer zoals bedoeld functioneren. Er bestaat verhoogd gevaar voor letsel!
Nooit een kinderzitjesbevestigingssysteem veranderen. Brengt u alleen accessoires aan die de fabrikant van het kinderzitjesbevestigingssysteem speciaal voor dit kinderzitjesbevestigingssysteem goedgekeurd heeft.
Mercedes-Benz adviseert u voor het reinigen van de door Mercedes-Benz geadviseerde kinderzitjesbevestigingssystemen Mercedes-Benz-verzorgingsmiddelen te gebruiken.
Beschadigde of bij een ongeval belaste kinderzitjesbevestigingssystemen of hun bevestigingssystemen kunnen niet meer zoals bedoeld beschermen.
Het kind kan dan bij een ongeval, remmanoeuvre of abrupte verandering van richting niet worden tegengehouden.
Wanneer het kinderzitjesbevestigingssysteem aan directe zonnestraling wordt blootgesteld, kunnen delen hiervan zeer heet worden.
Kinderen kunnen zich branden aan deze delen, in het bijzonder aan metalen delen van het kinderzitjesbevestigingssysteem.
Uitrustingen van de auto bedienen en bijvoorbeeld bekneld raken.
De parkeerrem vrij te zetten.
De automatische transmissie uit de parkeerstand te schakelen.
De motor te starten.
Als personen – in het bijzonder kinderen – langdurig aan extreme hitte‑ of koude worden blootgesteld, bestaat gevaar voor letsel of zelfs levensgevaar!